Hoofdstuk 1, paragraaf 2, deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Paragraaf 1.2: Aardbevingen

Nog even terug...

''De kern is het middelste deel van de aarde en heeft een vaste vorm.''

Nog even terug...

''Convectiestromen worden veroorzaakt door platentektoniek.''

Nog even terug...

''Gebergtes ontstaan doordat platen uit elkaar drijven.''

Even een testje met stof uit de vorige les. Als denkt dat de uitspraken kloppen ga je staan. 

Leerdoelen paragraaf 1.2

• Je weet hoe aardbevingen ontstaan en wat de gevolgen van aardbevingen zijn. 
• Je begrijpt waar aardbevingen voorkomen en waarom daar
• Je kunt op een kaart met aardkorstplaten aangeven waar aardbevingen voorkomen

Leerdoelen paragraaf 1.2

• Je weet hoe aardbevingen ontstaan en wat de gevolgen van aardbevingen zijn. 
• Je begrijpt waar aardbevingen voorkomen en waarom daar
• Je kunt op een kaart met aardkorstplaten aangeven waar aardbevingen voorkomen

Ontstaan

- Aarde bestaat uit verschillende aardplaten

- Deze bewegen door convectiestromen in de mantel

- Dit zorgt voor spanningen.

Ontstaan

- Doordat platen tegen elkaar drukken wordt spanning opgebouwd

- Druk wordt vergroot

- Spanning moet ergens heen en komt tot een hoogtepunt -->       Een aardbeving ontstaat

Als je ergens tegen aan duwt kan de spanning ineens minder worden waardoor het object een stuk verschuift. Hier voel je dan ook trillingen bij, een vergelijking met een aardbeving. 

Ontstaan

- Hypocentrum (in de aarde)

- Epicentrum (op het oppervlak)

- Aardbevingen zijn niet te voorspellen 

Gevolgen

- 'Seismologie' onderzoekt aardbevingen

- De meeste aardbevingen voelen we niet

- Bij heftige aardbevingen gaan gebouwen en infrastructuur kapot

- Schade verschilt per land

     - Rijke landen: Minder slachtoffers, meer financiële schade

     - Arme landen: Meer slachtoffers, minder financiële schade

Gevolgen

- Schaal van Richter --> hoe hard was de aardbeving?

- Schaal van Mercalli --> hoeveel schade heeft de aardbeving aangericht?

Aan de slag:

• Maak de opdrachten van paragraaf 1.2

• Samenwerken mag
• Rustig overleggen
• tot 5 minuten voor het einde van de les

Leerdoelen paragraaf 1.2

• Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan zijn. 
• Je begrijpt hoe aardbevingen kunnen ontstaan en hoe de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen. 
• Je kunt op een kaart met aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico