woorden van hoofdstuk 2

• plant en groen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Wat zie je in deze hand?

1. zaadjes
2. kippenvoer
3. zonnenbloempitten
4. tulpenbollen

zaadjes komen uit en gaan groeien heet ook wel:

1. nieuw leven
2. kiemen
3. kieuwen
4. uitkomen

Een kweekbak is:

1. hetzelfde als een kas maar dan anders
2. een bak om vissen in te kweken
3. gewoon een bak of zo
4. een speciale bak om zaadjes in te laten kiemen

potgrond is

1. grond uit de pot
2. goede, zwarte grond om in te zaaien
3. kleikorrels voor in plantenbakken
4. zwarte pot met grond

Het rechte stuk grond op dit plaatje heet een

1. stuk landbouwgrond
2. moestuin
3. zaaibed
4. achtertuin

kleine plantjes die boven de grond uitkomen na het zaaien heten:

1. kleine plantjes
2. groenlingen
3. zaailingen
4. kiemen

Verspenen =

1. het overplanten van jonge plantjes
2. kleine plantjes voeden
3. verse wortels
4. zaaien

wortels met veel takken =

1. gegroeid
2. vertakt
3. geworteld
4. getrokken

Hoe heet dit hulpmiddel?

1. stokpootje
2. schep
3. gaatjesprikker
4. pootstokje

gereedschap om te spitten

1. schop
2. schep
3. spade
4. spitter

een kaartje met de naam van de plant erop =

1. naamkaartje
2. label
3. kaarthouder
4. pootstokje

het laten wennen van jonge plantjes aan de buitenlucht

1. afharden
2. vriezen
3. beluchten
4. ontharden

Wat is een verspeenkistje ?

1. speciaal kistje voor winterpeen
2. gereedschapskistje voor klein gereedschap
3. speciaal kistje voor het verspenen
4. kistje vol met spenen

Wat zijn kiemomstandigheden ?
( 2 antwoorden zijn goed! )

1. juiste temperatuur, vocht en voeding om zaadjes te laten kiemen
2. dat het naar omstandigheden goed gaat met de plantjes
3. dat je zaadjes goedemorgen wenst
4. juiste omstandigheden waarbij het zaadje het beste ontkiemt

Diepte waarop je het zaad in de grond stopt heet:

Goed gedaan!