Zinsontleding oefenen

2HA
Grammatica zinsontleding
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2HA
Grammatica zinsontleding

Slide 1 - Diapositive

Wil je dat boek morgen voor me meenemen?
Kies uit: wwg - ond - lv - mv - bwb - bvb

  • wil meenemen = wwg 
  • je = ond 
  • dat boek = lv
  • voor me = mv
  • morgen = bwb

Slide 2 - Diapositive

Lees de zin hieronder. Benoem de zinsdelen.
Kies uit: onderwerp - naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde - voorzetselvoorwerp

Maria is dol op klassieke muziek. 

  • Ond: Maria
  • NG: is dol
  • VZV: op klassieke muziek

Slide 3 - Diapositive

Lees de zin hieronder. Voeg een bijvoeglijke bepaling aan de zin toe.

De nieuwe leraar is nerveus voor de les.

Slide 4 - Question ouverte

Lees de zin hieronder. Typ de zin over en breid de zin uit met twee bijstellingen.

Meneer De Bruin is woedend op Frank, omdat die zijn auto beschadigd heeft.

Slide 5 - Question ouverte

Lees de drie zinnen hieronder. Noteer het voorzetselvoorwerp.

1. Ik wil me verontschuldigen voor mijn opmerking.

Slide 6 - Question ouverte

Lees de drie zinnen hieronder. Noteer het voorzetselvoorwerp.

2. De leraar ergert zich vreselijk aan het gedrag van de klas.

Slide 7 - Question ouverte

Lees de drie zinnen hieronder. Noteer het voorzetselvoorwerp.

3. Mijn opa heeft zijn hele leven op de PvdA gestemd.

Slide 8 - Question ouverte

1. Benoem het gezegde

A. Ik ben rond middernacht van het feest vertrokken.

zet eerst wg: of ng:

Slide 9 - Question ouverte

1. Benoem het gezegde

B. Het schilderen van de schuur bleek een enorme klus te zijn.

zet eerst wg: of ng:

Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte

Lees de samengestelde zin hieronder. Herschrijf de zin tot twee enkelvoudige zinnen. Let op hoofdletters en interpunctie!

Odile zoekt Rémi overal, maar ze kan hem niet vinden.

Slide 14 - Question ouverte

Lees de twee zinnen hieronder. Herschrijf deze twee enkelvoudige zinnen tot een samengestelde zin. Let op hoofdletters en interpunctie!

A. We brengen onze vakantie vaak in Frankrijk door.
B. Mijn moeder is daar geboren.

Slide 15 - Question ouverte