H28

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H28: Inkoopprijs verkopen, materialen en grondstoffen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
1) je kunt met het LIFO, FIFO en VVP de inkoopprijs verkopen berekenen
2) je kunt de balanswaarde van de voorraad bereken o.b.v de drie manieren 
3) je kunt de kosten van afval berekenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
Omzet
- Inkoopwaarde omzet
= Brutowinst

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kosten
Kosten zijn de totale waarde van alles wat een onderneming in een bepaalde afgelopen periode heeft opgeofferd voor de productie en verkoop van een bepaalde hoeveelheid goederen.

 

De onderneming moet dus iets ‘kwijtraken’ bij kosten (want anders is het een investering)…dit is nogal ‘vaag’, toch?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkopen vs inkoopwaarde vd omzet
Inkopen van voorraden zijn geen kosten: de onderneming raakt niets ‘kwijt’, maar ruilt eigenlijk ‘geld voor goederen’.
Inkopen van voorraden is dus een vorm van investeren.

Inkoopwaarde van de omzet  (inkoopprijs verkopen) zijn kosten: bij de verkoop van producten aan een klant raakt de onderneming een deel van de voorraad kwijt, maar krijgt er omzet voor terug.




Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dan een kost?
A
Inkopen
B
Inkoopwaarde van de omzet
C
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je hebt 1000 ballen ingekocht voor €4,90
Twee weken later koop je opnieuw 1000 stuks in. De inkoopprijs
is echter gestegen naar €5,93
A.h. eind van de maand heb je 1500 voetballen verkocht voor €10,-
Wat is de inkoopwaarde van de omzet?
timer
2:00

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens FIFO?

Slide 11 - Question ouverte

eerst 50 stuks verkopen die voor 4.5 lagen dan 70 stuks voor 5 eur = 120 vervolgens 30 stuks voor 5 eur en 40 voor 5.5

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Voor hoeveel staat de voorraad op de
balans op 11 september?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens LIFO?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Voor hoeveel staat de voorraad op de
balans op 11 september?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De VVP wordt geschat op 5 euro.

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens VVP?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Historische uitgaafprijs
De waarde van de voorraad moeten we altijd berekenen volgens de historische uitgaafprijs. Als er een verschil blijkt te zijn met de berekende kosten a.d.h.v. vvp zullen we dit achteraf moeten corrigeren, zodat deze weer gelijk is aan de historische uitgaafprijs.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H28.4

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval 
Onvermijdbaar verlies van grondstoffen of materialen bij de productie
  • Brutoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen waarmee we beginnen
  • Nettoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen die in het eindproduct terecht komt

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkoopprijs verkopen: vooral bij handelsonderneming
Kosten grondstoffen, hulpstoffen en materialen:
alleen bij omvormingsprocessen.
  • Grondstoffen zie je terug in het eindproduct  
  • Hulpstoffen: bijvoorbeeld smeerolie voor de productie
  • Materialen: ook bij handelsbedrijf, bijvoorbeeld de verpakking

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval met en zonder waarde
Afval mét waarde: 
de grondstof kan worden herbruikt of verkocht worden.

De opbrengst van het afval verlaagt de kosten van afval per product (zie voorbeeld 28.10 theorieboek 2)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel: mijn verkoopprijs blijft hetzelfde, de inkoopprijs is door de tijd heen gestegen. Dan is mijn winst hoger als ik ... gebruik
A
FIFO
B
LIFO

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag:
- Lezen + aantekeningen aanvullen: 28.1 t/m 28.3
(sla voorbeeld in 28.3 over!)
- Maken + nakijken:
 28.7, 28.9 (evt 28.10) en 28.12

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions