Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Quiz --> Warmte
Slide 1 - Diapositive
Regels voor tijdens de Quiz
- Eigennaam met maximaal 2 emoij!
- Microfoon staat uit.
- Snap je niet waarom je het fout hebt steek dan je hand!
- Gebruik je telefoon als je de les volgt via je Ipad!
(Zodat je het scherm kan zien)
Slide 2 - Diapositive
Waar of niet waar?
Slide 3 - Diapositive
Een koffiezetapparaat is een warmtebron
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Hout is een brandstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Als een lucifer brandt, ontstaat er warmte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Aardgas wordt gemaakt uit afval-stoffen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
In een wasmachine zit een verwarmings-element.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Radiatoren worden verwarmd door rond stromend aardgas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een warmtepomp maakt water warm met een gloeidraad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Bij volledige verbranding van aardgas ontstaat er waterdamp en zuurstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Bij onvolledige verbranding van aardgas kan een giftig gas ontstaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
In een elektrische warmtebron zit een warmte-wisselaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Een brandstof heeft zuurstof nodig om te kunnen branden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Zonne-warmte bereikt de aarde door straling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Zure regen ontstaat door lucht-vervuiling met koolzuur en zuurstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Meerkeuzevragen
Slide 18 - Diapositive
Wat is een ander woord voor warmte-straling?
A
Infra-rood-straling
B
Licht-straling
C
Radio-actieve-straling
D
Rode-straling
Slide 19 - Quiz
Welk gas ontstaat er als aardgas onvolledig verbrandt?
A
Koolstof-monoxide
B
Koolstof-dioxide
C
Stikstof
D
Zuurstof
Slide 20 - Quiz
Welke warmtebron zet elektrische energie om in warmte?
A
Een broodrooster
B
Een CV-ketel
C
Een openhaard
D
Een theelichtje
Slide 21 - Quiz
Peter zet een limonade-glas omgekeerd over een brandend waxine-lichtje. Het waxine-lichtje onder het glas gaat binnen enkele tellen uit. Waarom gaat het waxine-lichtje uit?
A
De lont is op.
B
Het waxine-lichtje is op.
C
De zuurstof is op.
Slide 22 - Quiz
Hoe verplaatst warmte zich in lucht?
A
Door geleiding en straling.
B
Door straling en stroming.
C
Door stroming en geleiding.
Slide 23 - Quiz
De meeste huizen in Nederland worden verwarmd met:
A
aardgas
B
hout
C
steenkool
D
stookolie
Slide 24 - Quiz
In de zon staan een zwarte auto en een witte auto. Je meet de temperatuur in beide auto’s.
Welke uitkomst zal de meting geven?
A
In beide auto's is het even warm.
B
Het is warmer in de witte auto.
C
Het is warmer in de zwarte auto.
Slide 25 - Quiz
Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur
Slide 26 - Quiz
In de tabel hiernaast zie je de gemiddelde ontbrandingstemperatuur van een aantal grondstoffen voor kleding. Welke van deze stoffen is het veiligst, als je let op de brandbaarheid van de kleding?
A
katoen
B
nylon
C
polyester
D
wol
Slide 27 - Quiz
Je roert met een metalen lepeltje in een glas met heet water. Na verloop van tijd is het lepeltje te heet om vast te pakken. Dat is het gevolg van:
A
geleiding
B
straling
C
stroming
Slide 28 - Quiz
Een radiator verwarmt een kamer. Welke vorm van warmtetransport, waarbij lucht beweegt, zorgt ervoor dat de kamer overal warm wordt?