Herhaling/oefenen met procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Herhaling werken met procenten

1. Breuken
2. Procenten
3. Verhoudingstabellen
4. Grote getallen 

Lesdoel: herhaling van hoofdstuk 3.

Wat is een decimaal getal?

1. Getal met een procentteken
2. Getal met een komma
3. Een afgerond getal
4. Een heel groot getal

Wat is het decimale getal van 25%

1. 2,5
2. 25,0
3. 0,25
4. 0,025

Wat zijn de totaal aantal
delen van deze breuk?

1. 100
2. 3
3. 5

Hoeveel delen wordt er gevraagd
bij deze breuk?

1. 100
2. 3
3. 5

Stappenplan voor het rekenen met breuken

totale aantal : totaal aantal delen

1 deel x aantal delen dat je moet weten

Nu weet je hoeveel 1 deel is

Stap 1

Stap 3

Stap 2

Hoe reken je het uit?

1. 90:2x5
2. 90:5x2
3. 90:2:5
4. 90x5x2

1. 45
2. 36
3. 18
4. 90

Wat moet er staan
bij de x ...

1. 100
2. 1
3. 22
4. 106,5

wat moet er boven de
eerste pijl staan?

1. :100
2. :22
3. :718
4. :20

Een mobiel heeft een prijsverhoging van 12%. Hoeveel procent is de nieuwe prijs?

1. 100%
2. 88%
3. 112%
4. 102%

Het is sale, de broeken hebben 20% korting. Wat is de nieuwe prijs in procenten?

1. 100%
2. 120%
3. 80%
4. 108%

Een woonzorgcentrum heeft 150
bewoners. Daarvan zijn er 108 ouder
dan 80 jaar.

Waarom staat er 100 onder 150 in de tabel?

1. Omdat er 100 bewoners zijn
2. Omdat 150 bewoners 100% is.
3. Omdat je moet delen door 100
4. Omdat er 108 ouder zijn dan 80

Jolanda leest in een folder dat een rokje van €35,- nu maar €25 euro kost. Welk getal komt naast de 1 te staan als je de korting wilt uitrekenen?

1. 25
2. 35
3. 10
4. 15

Jolanda leest in een folder dat een rokje van €35,- nu maar €25 euro kost. Bereken hoeveel procent korting dat is. Rond af op hele procenten

1. 29%
2. 71%
3. 10%
4. 25%

Hoe bereken je de korting?

1. 59 x 15
2. 59 x 100 x 15
3. 59 : 100
4. 59 : 100 x 15

Een fiets van €879,- wordt 8% duurder
Hoeveel procent moet je betalen

1. 8
2. 100
3. 92
4. 108

1,36 miljoen schrijf je uit als

1. 1,360 000
2. 1 360 000
3. 1 360 000 000
4. 1 360

1,29 miljard schrijf je ook als:

1. 1.290.000.000
2. 1.290.000
3. 129.000.000.000
4. 1.290

Aan de slag!

Voor de aankomende huiswerkcontrole moeten de volgende opdrachten af zijn: 4, 7, 8, 12, 18, 19, 22, 24, 28, 35, 36, 39, 40, 42, 44, 49, 51, 52, 54, 56, 58, 61, 62, 63, 64, 65, 67, 69, 70, 71, 73, 74, 77, 78, 80, 81 en 82. 

Ben je klaar? Super! Dan mag je iets voor jezelf doen (niet op je telefoon)