HV2D - verschillende bewegingen

paragraaf 3
Versneld
eenparig
vertaagd
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

paragraaf 3
Versneld
eenparig
vertaagd

Slide 1 - Diapositive

Planning
Huiswerk paragraaf 2 bespreken
Theorie versnellen - eenparig - vertragen
zelfstandig werken aan paragraaf 3

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk paragraaf 2
Opgave 5, 8 en 11
Dit kunnen andere vragen(nummers) zijn bij jullie?

Slide 3 - Diapositive

5a. De familie de Ruiter gaat met de auto op vakantie. de afstand tussen hun woonplaats Drachten en hun vakantieadres in Confolens is 1100 km. Ze gaan om 04:00 uur weg en komen om 17:00 's middags aan. Bereken de gemiddelde snelheid.

Slide 4 - Question ouverte

5b. De auto rijdt gedurende de reis sneller dan 120 km/h. Toch is de gemiddelde snelheid een stuk lager. Waaraan zou dit liggen?

Slide 5 - Question ouverte

8a.Een deelnemer aan de triatlon legt 3,8 km zwemmen af in twee uur, 180 km fietsen in vijf uur, en 42 km rennen in drie uur.
Bereken de gemiddelde snelheid voor het zwemmen.

Slide 6 - Question ouverte

8a.Een deelnemer aan de triatlon legt 3,8 km zwemmen af in twee uur, 180 km fietsen in vijf uur, en 42 km rennen in drie uur.
Bereken de gemiddelde snelheid voor het fietsen.

Slide 7 - Question ouverte

8a.Een deelnemer aan de triatlon legt 3,8 km zwemmen af in twee uur, 180 km fietsen in vijf uur, en 42 km rennen in drie uur.
Bereken de gemiddelde snelheid voor het rennen.

Slide 8 - Question ouverte

8b.Een deelnemer aan de triatlon legt 3,8 km zwemmen af in twee uur, 180 km fietsen in vijf uur, en 42 km rennen in drie uur.
Bereken de gemiddelde snelheid van de gehele triatlon.

Slide 9 - Question ouverte

11a. Bekijk de grafiek in figuur 9 van een sprinter.
bereken de gemiddelde snelheid in km/h

Slide 10 - Question ouverte

11b. Bekijk de grafiek in figuur 9 van een sprinter.
Gedurende het grootste deel van de tijd had de atleet een constante snelheid. bepaal deze constante snelheid in km/h.

Slide 11 - Question ouverte

Theorie paragraaf 3.
Theorieboek open op pagina ....
(help even jongens ik heb een ander boek)

Slide 12 - Diapositive

Eenparige snelheid
ook wel constante snelheid.
Hoe ziet dit in de wereld?
Hoe zit dit er uit in een grafiek? (zowel x,t als v,t)

Slide 13 - Diapositive

Versnelde beweging
Ook wel versnellen, gas geven, doorjagen.
Hoe ziet dit in de wereld?
Hoe zit dit er uit in een grafiek? (zowel x,t als v,t)

Slide 14 - Diapositive

Vertraagde beweging
Ook wel vertragen, remmen.
Hoe ziet dit in de wereld?
Hoe zit dit er uit in een grafiek? (zowel x,t als v,t)

Slide 15 - Diapositive

Wat vonden we van de opdracht van vorige week? de race video.
geef hieronder een cijfer.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 16 - Sondage

Zelfstandig werken paragraaf 3
zelfstandig werken met de camera aan tot 12:00
Je mag daarna online blijven, je mag ook vertrekken en pauzeren.
Eerder weg is geen optie helaas en zal absentie tot gevolgen hebben.

Slide 17 - Diapositive