3H 4.5 vd/td als bn en bijzondere tekens

Planning week 9
  • H4 Spelling (4.5, blz. 158-160)
Maken: 3, 4, 6, 7, en 8 (opdracht 7 en 8 staan in bijlage 6)
Bestuderen:
- Voltooid en tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Koppelteken, weglatingsteken, apostrof, trema, accent
  • H4 Woorden (4.3, blz. 150-153)
Maken: 7, 8, 10, 11, 12
Bestuderen:
- Woordenlijst
- Eufemisme







1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Planning week 9
  • H4 Spelling (4.5, blz. 158-160)
Maken: 3, 4, 6, 7, en 8 (opdracht 7 en 8 staan in bijlage 6)
Bestuderen:
- Voltooid en tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Koppelteken, weglatingsteken, apostrof, trema, accent
  • H4 Woorden (4.3, blz. 150-153)
Maken: 7, 8, 10, 11, 12
Bestuderen:
- Woordenlijst
- Eufemisme







Slide 1 - Diapositive

Planning week 10, 11, 12, 13, 15
Week 10 + 11: lezen hoofdstuk 4
Week 12: herhaling
Week 13: PW: (uitgebreide overzicht vd stof vind je in Classroom)
- H3 + H4 lezen
- H3 + H4 woorden
- H3 + H4 spelling
- H2 + H3 grammatica (beide deels)
(Week 15: inleveren promotiefilmpje beroep of studiekeuze!)

Slide 2 - Diapositive

4.5 spelling
vd/td als bijvoeglijk naamwoord
bijzondere tekens

Slide 3 - Diapositive

Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord of persoonsvorm? Sleep de werkwoorden naar het juiste vakje.
voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord
persoonsvorm
rennend
gevlogen
wordt
gebeurt
gebeurd
vallend
vergrotend
beviel
verhuisd

Slide 4 - Question de remorquage

Herhaling vd en td
vd van sterke ww: eindigt op -en                            gewonnen
vd van zwakke ww: eindigt op -t of -d                  gepakt
                                                                                                verhuisd

td: hele ww + -d

Slide 5 - Diapositive

vd en td als bijvoeglijk naamwoord
vd van een sterk ww: gewoon overschrijven

gewonnen -> de gewonnen race

Slide 6 - Diapositive

vd en td als bijvoeglijk naamwoord
vd van een zwak ww: soms overnemen, soms + -e

gepakt -> een gepakt tussendoortje, de gepakte boef
verhuisd -> een verhuisd meisje, het verhuisde meisje 

Slide 7 - Diapositive

vd en td als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden schrijf je altijd zo kort mogelijk:
rood -> de rode kat

Dat geldt ook voor bn gemaakt van werkwoorden:
vergroot -> de vergrote foto

Maar: Hij vergrootte de foto.  --> PV vt!

Slide 8 - Diapositive

gebakken
Lust jij ook ... banaan?
A
gebakke
B
gebakken

Slide 9 - Quiz

lopend
Dat nieuws ging als een ... vuurtje!
A
lopend
B
lopent
C
lopende
D
lopente

Slide 10 - Quiz

gevreesd
Zij zijn ... piraten.
A
gevreesd
B
gevreesde
C
gevreesden

Slide 11 - Quiz

informeren (td)
Dit is een ... tekst.
A
geïnformeerd
B
informerend
C
geïnformeerde
D
informerende

Slide 12 - Quiz

braden (vd)
Wij eten vanavond dat ... kippetje.
A
gebraad
B
gebraadden
C
gebrade
D
gebraden

Slide 13 - Quiz

praten (td)
Heb jij ook die ... parkiet gezien?
A
gepraatte
B
pratend
C
gepraten
D
pratende

Slide 14 - Quiz

schokken (vd)
Die film zorgde voor ... bezoekers
A
geschokde
B
geschokte
C
geschokden
D
geschokten

Slide 15 - Quiz

Opdracht 4  blz 158 
OPDRACHT 4: Vul de juiste vorm van de werkwoorden in.
a Hoe (achterhalen) een hondenvoedingsfabrikant of het hondenvoer wel lekker is?
b Misschien (verbazen) het je, maar er (worden) daadwerkelijk een professionele hondenvoerproever (aanstellen).
c Deze (kijken), (ruiken) en zelfs (proeven) man of vrouw (beslissen) of de balans van de ingrediënten optimaal is.
d Volgens een in de hondenvoedingsbranche (werken) man (verschillen) de smaak van honden van die van mensen.
e Desondanks heeft hij de populariteit van nieuwe smaken onder honden nooit verkeerd (voorspellen).

Slide 16 - Diapositive

Nakijken opdracht 4
OPDRACHT 4
a achterhaalt
b verbaast, wordt, aangesteld
c kijkende, ruikende, proevende, beslist
d werkende, verschilt
e voorspeld

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 5  blz 158 
Noteer de voltooide en tegenwoordige deelwoorden uit de volgende zinnen. Vorm bijvoeglijke naamwoorden en maak daarmee zinnen. Bespreek je zinnen met een klasgenoot.
a Lobbyisten van de biologische landbouw suggereren dat groenten die niet bespoten zijn, lekkerder smaken.
b Die stelling is niet gebaseerd op onderzoek, maar op gevoel.
c Onderzoekers hebben de theorie blind getest met biologische en niet-biologische groenten.
d Smullend van beide testhapjes konden proefpersonen niet achterhalen welke biologisch geteeld was en welke niet.
e Wel wordt er verondersteld dat biologische groenten gezonder zijn, omdat je ze met schil en al kunt nuttigen en in de schil zitten de meeste gezonde voedingsstoffen

Slide 18 - Diapositive

Nakijken opdracht 5
OPDRACHT 5
a bespoten – bespoten. Bijvoorbeeld: Bespoten groenten moet je altijd goed wassen.
b gebaseerd – gebaseerd(e). Bijvoorbeeld: Op feiten gebaseerde argumenten zijn sterker dan op meningen gebaseerde argumenten.
c getest – getest(e). Bijvoorbeeld: In het tijdschrift van de Consumentenbond staan altijd verscheidene geteste producten.
d Smullend – smullend(e). Bijvoorbeeld: De smullende muisjes merkten de kat niet op.
geteeld – geteeld(e). Bijvoorbeeld: Geteelde bloemen haal je bij de bloemist.

Slide 19 - Diapositive

Korte herhaling: Hoe vorm je een tegenwoordig deelwoord?

Slide 20 - Question ouverte

Korte herhaling: Wat weet je nog van de spelling van een voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 21 - Question ouverte

Bijzondere tekens: het koppelteken
Gebruik je:
- bij klinkerbotsing                                                         auto-ongeluk
- na een afkorting in een samenstelling              ANWB-paar
- bij een samenstelling met een woordgroep   zwart-witfoto
- na Griekse / Latijnse voorvoegsels                      ex-militair
- groepen/projecten die naar een persoon 
zijn vernoemd                                                                    zaak-Bouterse

Slide 22 - Diapositive

Bijzondere tekens: het weglatingsteken
Gebruik je als je een deel van een woord weglaat, dat ergens anders in de zin terug te vinden is.

Ik sport op maandag- en woensdagavond.
Hij houdt van actieboeken en -films.

Mijn moeder koopt jonge en oude kaas.

Slide 23 - Diapositive

Bijzondere tekens: de apostrof
Gebruik je:
- als weglatingsteken                                                           's ochtends
- bij bezitsvormen die eindigen op -a, -i, -o, -u, -y   Kelly's hondje
- bij bezitsvormen die eindigen op een sis-klank    Cas' tas
- bij meervoud van woorden op -a, -i, -o, -u en -y    ski's
- bij verkleinwoorden op -y                                                 lolly'tje
- bij een afleiding van een afkorting                              cc'tje

Slide 24 - Diapositive

Bijzondere tekens: het trema
Gebruik je om verkeerde uitspraak te voorkomen.
financien -> financiën

Extra e als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt.
kopieën
zeeën
melodieën

Slide 25 - Diapositive

Bijzondere tekens: accenten
Komen voor bij leenwoorden:
accent aigu                   coupé
accent grave                première
accent circonflex       enquête

Komt soms ook voor bij het weglaten van een medeklinker:
lang geleên (lang geleden)


Slide 26 - Diapositive

ruine
A
ruine
B
ruíne
C
ruìne
D
ruïne

Slide 27 - Quiz

concierge
A
conciérge
B
concièrge
C
conciërge
D
conciêrge

Slide 28 - Quiz

gene
A
gène
B
géne
C
gêne
D
gene

Slide 29 - Quiz

symfonie (meervoud)
A
symfoniën
B
symfoniëen
C
symfonieën

Slide 30 - Quiz

porie (meervoud)
A
poriën
B
poriëen
C
porieën

Slide 31 - Quiz

Sara's tas
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quiz

vwo'er
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quiz

MBO docent
A
goed
B
fout

Slide 34 - Quiz

bureauaccessoire
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quiz

Maken opdracht 7 
Schrijf waar nodig koppeltekens, weglatingstekens, apostrofs, trema’s en accenten.
a In een nek aan nekrace beslist een comite jaarlijks welke genomineerde onderzoekers de Ig Nobelprijs winnen.
b De Igs gaan naar grappige onderzoeksonderwerpen of resultaten.
c Natuurkundigen uit Noord Italie berekenden bijvoorbeeld dat heel dunne mensen op de maan op water kunnen lopen.
d Elders is onderzocht of neuspeuteren de gezondheid positief beinvloedt.
e En wist je dat mestkevers zich orienteren met behulp van de sterren, waardoor ze s nachts op een ander deel van de
wereld zullen verdwalen?
f Operas zijn ongeevenaard in het versnellen van het genezingsproces van muizen die een harttransplantatie hebben ondergaan.
g Een Spaans team ontdekte dat bacterien uit de poep van babytjes gebruikt kunnen worden bij het maken van worst.

Slide 36 - Diapositive

Nakijken opdracht 7 (bijlage)
OPDRACHT 7
a In een nek-aan-nekrace beslist een comité jaarlijks welke genomineerde onderzoekers de Ig-Nobelprijs  winnen.
b De Ig’s gaan naar grappige onderzoeksonderwerpen of -resultaten.
c Natuurkundigen uit Noord-Italië berekenden bijvoorbeeld dat heel dunne mensen op de maan op water kunnen lopen.
d Elders is onderzocht of neuspeuteren de gezondheid positief beïnvloedt.
e En wist je dat mestkevers zich oriënteren met behulp van de sterren, waardoor ze ‘s nachts op een ander deel van de wereld zullen verdwalen?
f Opera’s zijn ongeëvenaard in het versnellen van het genezingsproces van muizen die een harttransplantatie hebben ondergaan.
g Een Spaans team ontdekte dat bacteriën uit de poep van baby’tjes gebruikt kunnen worden bij het maken van worst.

Slide 37 - Diapositive

Maken opdracht 8 (bijlage)
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden en plaats hoofdletters en leestekens.

de nederlandse voedsel en warenautoriteit (controleren) of de informatie die op etiketten (vermelden) staat wel (kloppen)
soms (vinden) je echter een (misleiden) of moeilijk te begrijpen stukje tekst dat wel juist is sommige mensen zijn
bijvoorbeeld principiele tegenstanders van e nummers terwijl die nummers lang niet altijd aangeven dat het om
onnatuurlijke ingredienten gaat bij de zogenaamde referentie inname (worden) er geen rekening gehouden met iemands
levensstijl terwijl iemand die heel actief is veel meer calorieen mag eten wist je trouwens dat het meest (gebruiken)
ingredient op het etiket als eerste (noemen) (worden)

Slide 38 - Diapositive

Nakijken opdracht 8
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert of de informatie die op etiketten vermeld staat wel klopt. Soms vind je echter een misleidend of moeilijk te begrijpen stukje tekst dat wel juist is. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld principiële tegenstanders van E-nummers, terwijl die nummers lang niet altijd aangeven dat het om onnatuurlijke ingrediënten gaat. Bij de zogenaamde referentie-inname wordt er geen rekening gehouden met iemands levensstijl, terwijl iemand die heel actief is veel meer calorieën mag eten. Wist je trouwens dat het meest gebruikte ingrediënt op het etiket als eerste genoemd wordt?

Slide 39 - Diapositive

Dicteewoorden (2 min bekijken)
bijouterieën                                                          getipp-ext
bruto-inkomen                                                    huis-tuin-en-keukenmiddel
chef-kok                                                                  ingeënt
coëfficiënt                                                             jip-en-janneketaal
co-ouder                                                                lente-ui
crèche                                                                     maag-darmstelsel
déjà-vugevoel                                                     pinguïn
diëten                                                                      rock-’n-roll
een-tweetje                                                          twee-eiig
geëmotioneerd                                                   variété

Slide 40 - Diapositive

Bijzondere tekens blz 159
Maak opdracht 6 --> bedenk welke regel hoort bij woorden met de bijzondere tekens op blz 159

Slide 41 - Diapositive

Hoe beheers je de stof al?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage