Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4H - Cursus Leesvaardigheid
Les 8 van 12
Slide 1 - Diapositive
Bespreken huiswerk
Vraag 13 t/m 17, blz 48
Slide 2 - Diapositive
Kanye ... supersnel op de gloednieuwe track 'Speedom'. Hij doet dat niet alleen, maar samen met Eminem.
(rappen, tegenwoordige tijd)
Slide 3 - Question ouverte
De rappers, die bekend staan om hun geniale rijmschema's, hebben zich nu met elkaars muziek ... .
(bemoeien)
Slide 4 - Question ouverte
5 Tekststructuren
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen § 5
Ik weet wat een vaste tekststructuur is en welke zeven vaste tekststructuren er zijn.
Ik kan me oriënteren op een tekst en daarin de structuur herkennen.
Ik kan uitleggen waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.
Slide 6 - Diapositive
Welke tekststructuren ken je nog uit 3 havo?
Slide 7 - Carte mentale
Vaste tekststructuren (p. 63 theorieboekje)
Naam
Inleiding
Kern
Slot
Aspectenstructuur
onderwerp
aspecten van onderwerp
samenvatting
Vraag-antwoordstructuur
vraag
mogelijke antwoorden
samenvatting / beste antwoord
Verleden-heden-toekomststructuur
onderwerp
situatie vroeger
situatie nu
conclusie /
toekomstverwachting
Voor-en-nadelen-structuur
vraag of stelling
voordelen
nadelen
afweging / conclusie
Argumentatiestructuur
stelling
(tegen)argumenten
weerleggingen
conclusie / stelling
Verklaringsstructuur
verschijnsel
kenmerken/voorbeelden
oorzaken/verklaringen
conclusie / meest waarschijnlijke verklaring
Probleem-oplossingsstructuur
probleemstelling
beschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen
beste oplossing
Slide 8 - Diapositive
Waarom is het nuttig om te weten welke tekststructuren er zijn?
Slide 9 - Question ouverte
Het nut
Voor de lezer
Je weet wat je kunt verwachten van een tekst en je kunt gericht zoeken naar de informatie die je nodig hebt.
Voor de schrijver
Je creëert een logische route door je tekst en kunt informatie beter ordenen.
Slide 10 - Diapositive
Een check!
Stel: je moet een tekst schrijven met als onderwerp Taalverloedering door straattaal.
1) Formuleer een hoofdgedachte.
2) Kies een passende tekststructuur (zie p. 63).
Drie minuten bedenktijd,
daarna intypen
in LessonUp!
timer
3:00
Slide 11 - Diapositive
1) Wat is je hoofdgedachte? 2) Welke tekststructuur past daarbij?
Slide 12 - Question ouverte
Aan de slag!
Je start met de verwerking van de theorie. Deze vind je op pagina 62-63 van het theorieboekje.
Maak de verkenningsopdrachten 1 t/m 4 OB pagina 46.
Klaar? Lees alvast de tekst op pagina 48 OB.
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Wederom, een korte check
Je krijgt zo drie situaties voorgeschoteld. Welke tekststructuur past bij de beschreven situatie?
Nota bene: tekststructuren passen dus niet alleen bij geschreven teksten, maar ook bij gesprekken!
Slide 14 - Diapositive
Stel: je hebt slecht kunnen leren voor de toetsweek en nu heb je vier onvoldoendes. Je praat hierover met je mentor. Welke structuur kies je voor dat gesprek?
A
aspectenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur
Slide 15 - Quiz
Stel: je hebt in de toetsweek vijf achten gehaald, nice! Je mentor komt even met je kletsen en wil graag weten wat jij zo goed hebt gedaan. Welke tekststructuur verwacht je in dat gesprek?
A
argumentatiestructuur
B
voor-nadelenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur
Slide 16 - Quiz
Stel: je hebt van klasgenoten gehoord dat de docent van natuurkunde echt geweldig is. Nu wil jij ook natuurkunde in je pakket! Je twijfelt nog wel, want je overziet het niet allemaal. Welke structuur past bij een gesprek over deze kwestie?
A
aspectenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur
Slide 17 - Quiz
Huiswerk
Neem p. 62 + 63 TB door
Lees de tekst op p. 48 OB en maak vraag 9 t/m 14
Volgende les
We lezen samen de tekst en maken opdracht 9 t/m 14.
Slide 18 - Diapositive
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?