Een
gebergte ontstaat door
twee botsende aardplaten die
naar elkaar toe bewegen.
Een oud gebergte is in miljoenen jaren afgesleten door weer en wind. Hierdoor
zijn de toppen rond/bolvormig en niet heel hoog (vaak < 1.500 m). De dalen
zijn niet heel diep. Er is dus matige reliëf.
Een jong gebergte, ongeveer 40-60 miljoen jaar oud, zijn nog niet veel afgesleten.
Hierdoor zijn de toppen spits en hoog en de dalen diep en stijl. Er is veel reliëf.