Les 1 - §9.1 Rekenen met breuken

H9 Rekenen met variabelen

1 / 18

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H9 Rekenen met variabelen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel

Je leert:

hoe je rekent met breuken waarin variabelen voorkomen

hoe je een breuk vereenvoudigt waarvan de teller uit meerdere termen bestaat

Slide 2 - Diapositive

5^{​ 3 ​ ​} = . . .

5 \times 3

5 \times 5 \times 5

Slide 3 - Quiz

(- 2)^{​ 4 ​ ​} = . . .

- 2 \times 4

- 2 \times - 2 \times - 2 \times - 2

- 2 \times 2 \times 2 \times 2

Slide 4 - Quiz

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 2 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 8 ​}

Weet ik niet.

Slide 5 - Quiz

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 5 ​} \times \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 3 6 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 8 ​}

Weet ik niet.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Question ouverte

Deze breuken zijn

en

\frac{​ 2 x ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 7 5 ​ ​}{​ 5 ​}

gelijknamig

niet gelijknamig

Slide 11 - Quiz

\frac{​ 3 x ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ x ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 3 x ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 4 x ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 4 x ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 3 x ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 4 9 ​}

Slide 12 - Quiz

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 4 4 ​}

Hoe typ ik dat?

Gebruik / als deelstreep, schrijf zonder spaties

Geef alleen je eindantwoord

Slide 13 - Question ouverte

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ x ​ ​}{​ x ^{​ 2 ​ ​} ​}

Hoe typ ik dat?

Gebruik / als deelstreep, schrijf zonder spaties

Geef alleen je eindantwoord

Slide 14 - Question ouverte

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ 8 d ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 2 4 d ​}

Hoe typ ik dat?

Gebruik / als deelstreep, schrijf zonder spaties

Geef alleen je eindantwoord

Slide 15 - Question ouverte

\frac{​ 3 x ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ x ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 3 x ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 4 x ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 4 x ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 3 x ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 4 9 ​}

Slide 16 - Quiz

Je kan rekenen met breuken waar variabelen in zitten.

Maak §9.1 opdracht 2, 3, 5, 6, 8, 9 (B; blz. 54)

timer

10:00

Slide 17 - Diapositive

Exit ticket

Slide 18 - Diapositive

Les 1 - §9.1 Rekenen met breuken

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

3C_9.1 Rekenen met breuken

9.0 en 9.1 Rekenen met breuken

Test week 1 les 2 Rekenen met breuken

H9.1 Rekenen met breuken

9.1 Rekenen met breuken

9.1 Rekenen met breuken

§9.1 Rekenen met breuken

Leerjaar 1 KGT, 9.1 A gelijknamige breuken optellen en aftrekken