Kennismaking

Kennismaking
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kennismaking

Slide 1 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
 Het weer kunnen regelen (A)
of
 Met dieren kunnen praten? (B)

Schrijf op!

Slide 2 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever:
 Een vliegend magisch tapijt hebben (A)
of 
Je eigen persoonlijke robot? (B)
Schrijf op!

Slide 3 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever:
 Eén oog in het midden van je hoofd hebben (A)
of 
Twee neuzen? (B)
Schrijf op!

Slide 4 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever
Een extra vinger (A)
of 
Extra teen hebben? (B)

Schrijf op!

Slide 5 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever
 Alleen op handen en voeten kunnen kruipen (A) of 
Alleen achteruit kunnen lopen? (B)
Schrijf op!

Slide 6 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever
De grappigste persoon op aarde zijn (A) 
of 
De slimste persoon op aarde? (B)
Schrijf op!

Slide 7 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever
Kunnen vliegen (A) 
of 
Onzichtbaar zijn? (B)

Schrijf op!

Slide 8 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
Tien jaar ouder zijn (A)
of 
Vier jaar jonger? (B)

Schrijf op!

Slide 9 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
 Het weer kunnen regelen (A)
of
 Met dieren kunnen praten? (B)

Schrijf op!

Slide 10 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
 Alleen kunnen fluisteren (A)
of 
Een ongelooflijk luide stem hebben? (B)
Schrijf op!

Slide 11 - Diapositive

Dilemma!
Eet je liever 
Een rauwe aardappel (A)
of 
Een hele limoen? (B)

Schrijf op!

Slide 12 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
Elke taal spreken (A)
of 
Elk instrument bespelen? (B)

Schrijf op!

Slide 13 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
Een vogel (A)
of 
Een paard zijn? (B)

Schrijf op!

Slide 14 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
Een hand hebben die twee keer zo groot (A)
 of 
Half zo klein is? (B)
Schrijf op!

Slide 15 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever
Een dinosaurus (A)
of 
Een draak (B) als huisdier hebben?

Schrijf op!

Slide 16 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 
Altijd een kamer binnenkomen door je naam aan te kondigen (A) 
of
 Altijd radslagen buiten moeten maken (B)?

Schrijf op!

Slide 17 - Diapositive

Dilemma!
Heb je liever vleugels maar kun je niet vliegen (A) 
of 
Heb je liever kieuwen maar kun je niet onder water zwemmen? (B)
Schrijf op!

Slide 18 - Diapositive

Dilemma!
Zou je liever 5 broers (A) of 5 zussen hebben (B)?
Schrijf op!

Slide 19 - Diapositive