Begrijpend lezen

Begrijpend lezen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Begrijpend lezen

Slide 1 - Diapositive

De schrijver wil zeggen hoe je iets moet doen.
DOEL?
A
amuseren
B
uitleg geven
C
informeren
D
overhalen

Slide 2 - Quiz

Wat is Verkennend lezen?
A
Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen
B
In een tekst zoeken naar een antwoord op een vraag
C
Een tekst helemaal lezen om het te begrijpen
D
Een tekst lezen om die te onthouden

Slide 3 - Quiz

Welke leesstrategie gebruik je als je de informatie in de tekst gaat beoordelen?
A
zoekend lezen
B
voorspellend lezen
C
kritisch lezen
D
begrijpend lezen

Slide 4 - Quiz

Verkennend lezen,
wat is het juiste leesdoel?
A
onderwerp vaststellen, snel weten of een tekst voor jou bruikbaar of interessant is
B
Deelonderwerpen vinden
C
De tekst helemaal goed lezen en begrijpen, hoofdzaken van de tekst vinden
D
Betrouwbaarheid van de tekst beoordelen

Slide 5 - Quiz

Waar let je op bij begrijpend lezen?
A
tussenkopjes, opvallend gedrukte woorden, inhoudsopgave
B
of de informatie juist is (en volledig)
C
de eerste alinea, de kernzinnen, de laatste alinea
D
(deel)onderwerp, doel van de tekst, moeilijke woorden/zinnen, samenhang alinea's

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstdoel van mijn stripboek over Asterix en Obelix?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 7 - Quiz

Leesstrategieën

Ik wil de tekst goed begrijpen en nauwkeurig lezen.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen
D
Lerend lezen

Slide 8 - Quiz


Bekijk de kop en de foto van dit artikel.
Wie werd(en) bedreigd?
Jongens (15) bedreigen tramconducteur
A
de bestuurder van een bus
B
de bestuurder van een tram
C
de conducteur van een bus
D
de conducteur van een tram

Slide 9 - Quiz

Wat weet je ook?
De tussenkoppen van het bericht staan erbij.
Weet je nu of de jongens zijn opgepakt?
A
Nee, dat staat nergens
B
Ja, dat staat in de titel
C
Ja, dat staat in de eerste tussenkop
D
Ja, dat staat in de tweede tussenkop

Slide 10 - Quiz

'Ik heb drie biljetten van 50 euro.'
Wat denk je dat het woord 'biljet' betekent?

A
bon
B
briefje
C
munt

Slide 11 - Quiz

Wat weet je ook?
Lees de tekst
Is alleen de tramconducteur overvallen?
AMSTERDAM- Twee jongens van vijftien jaar zijn maandagavond opgepakt. Ze hadden in Amsterdam een trambestuurder en een tramconducteur overvallen en bedreigd.
A
Nee, ook de trambestuurder
B
Ja, alleen de tramconducteur
C
Nee, ook twee passagiers
D
Nee, ook twee jongens van vijftien

Slide 12 - Quiz

Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst.
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron.
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen.
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is.

Slide 13 - Quiz