De leerlingen geloof.. die onzin die hij uitkraamde echt niet.
A
geloofte
B
geloofde
C
gelooften
D
geloofden
Slide 18 - Quiz
Vorig jaar verhuis...Mirjam naar Amerika.
A
verhuiste
B
verhuisde
C
verhuisten
D
verhuisden
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Het voltooid deelwoord (VD)
Een voltooid deelwoord staat niet als enig werkwoord in de zin. Er staat ook een persoonsvorm bij. Je vindt het VD door onderstaande zinnetjes te gebruiken.
Ik heb….. repareren - ik heb gerepareerd Ik ben…. komen - ik ben gekomen Hij is… foppen - hij is gefopt
Slide 21 - Diapositive
hulpmiddeltje
‘T (x) KoFSCHiP
Staat de laatste letter van de stam in ‘t (x)kofschip, dan schrijf je aan het eind een –t-, staat die er niet in, dan schrijf je een –d- aan het eind.
Het gaat om de medeklinkers.
Slide 22 - Diapositive
voorbeelden
foppen stam: fop (-p- staat in ’t kofschip, dus een t aan het eind) jij bent gefopt
repareren stam: repareer (-r- staat niet in ’t kofschip, dus een d aan het eind) jij hebt gerepareerd
Slide 23 - Diapositive
uitzonderingen
- De sterke werkwoorden (sluiten - gesloten, zijn - geweest)
- De woorden die in het hele werkwoord een v of een z hebben en bij de stam veranderen in een f of een s.
vrezen - vrees - gevreesd erven - erf - geërfd
Slide 24 - Diapositive
Heeft de docent het verslag al beoordeel...
A
beoordeelt
B
beoordeeldt
C
beoordeeld
Slide 25 - Quiz
Is het riviertje dicht geslib...
A
geslibt
B
geslibd
Slide 26 - Quiz
Zijn jullie buren onlangs verhuis...?
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt
Slide 27 - Quiz
Het onvoltooid deelwoord
- Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat de actie nog niet
'voorbij' is.
- Je schrijft een OD altijd als: het hele werkwoord + d