Opdracht 1 Het weer | 1.1 Weerselementen

M&M H1
Opdracht 1 Het weer | 1.1 Weerselementen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

M&M H1
Opdracht 1 Het weer | 1.1 Weerselementen

Slide 1 - Diapositive

De leerdoelen zijn:

1. de vier weerselementen benoemen.

2. noemen hoe de vier weerselementen worden aangeduid

3. het ontstaan van neerslag beschrijven/de neerslagkringloop.

4. vijf verschillende soorten neerslag beschrijven.  

Slide 2 - Diapositive

Het weer = de toestand van de luchtlaag op een bepaald moment op een bepaalde plaats. 
Het kan warm of koud zijn, nat of droog, winderig of windstil en er kan een hoge luchtdruk of een lage luchtdruk zijn. 
De 4 weerselementen zijn 
* temperatuur - graden Celcius
neerslag - Milimeters
luchtdruk - Milibar
wind - windkracht (km/u - 3 op de schaal Beaufort)

Slide 3 - Diapositive

Les 1 Temperatuur en Neerslag

Slide 4 - Diapositive

Temperatuur
Zweedse astronoom Anders Celcius
Temperatuurschaal met 'graden Celcius' 
1742 ingevoerd
Overleed aan de ziekte Tuberculose 

Slide 5 - Diapositive

Temperatuur - verschil op aarde

Slide 6 - Diapositive

Neerslag
In millimeter
Bijv. 20 mm

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Opdracht Waterkringloop
De uitleg van de waterkringloop legt ook deels uit hoe regen ontstaat. Dus om dat te kunnen vertellen moet je de kringloop begrijpen. 
* Zoek op internet video's die voor jullie twee goed uitlegt hoe de kringloop werkt. 
* Kies de beste (graag niet te lange) en bekijk deze twee keer. 
* Maak op een A4 de tekening van de waterkringloop uit je hoofd en zet er de juiste stappen/onderdelen bij. (Zie bord)
* Leer dit uit je hoofd, zodat je het voor de klas kan vertellen/uitleggen!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Soorten neerslag
1.  Zoek als duo op welke vormen van neerslag er bestaan. 
2. Zoek per soort uit hoe het ontstaat. Leg dit in eigen woorden         uit in je aantekeningen. 
3. Zet bij elke uitleg een foto van de juiste soort neerslag bij. 

Slide 14 - Diapositive

Les 2 Luchtdruk en wind 

Slide 15 - Diapositive

Luchtdruk
Luchtdruk = het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt
 * Gemeten in hectopascal/             millibar
* Gemeten met een barometer

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hoge en lage luchtdruk
* Lucht wil altijd in evenwicht zijn
* Lucht stroomt altijd van een hoog luchtdrukgebied naar een     
   laag luchtdrukgebied
* Warme lucht stijgt altijd op, koude lucht daalt altijd
* Bij de evenaar warmt de zon de lucht op, bij de polen is de    
   lucht altijd kouder. Hierdoor ontstaan luchtdrukgebieden en 
   wind. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wind
  • Windkracht km/u
  • Schaal van Beaufort
  • Schaal van 0 t/m 12
  • Stromende lucht van een H    naar een L

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Buys Ballot
  • Nederlandse meteroloog
  • Ontdekte wet over de wind
  • Begin van het KNMI
  • staande met de rug naar de wind, bevindt het lagedrukgebied zich op het noordelijk halfrond links van de waarnemer en het hogedrukgebied rechts van hem.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Leerdoelen check.
Leerdoel 1: welke vier weerselementen zijn er?

Slide 24 - Question ouverte

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: hoe wordt de wind aangeduid?

Slide 25 - Question ouverte

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: hoe wordt de hoeveelheid neerslag aangeduid?

Slide 26 - Question ouverte

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: hoe wordt temperatuur aangeduid?

Slide 27 - Question ouverte

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: hoe wordt de luchtdruk aangeduid?

Slide 28 - Question ouverte

Leerdoelen check.
Leerdoel 3: hoe ontstaat neerslag?

Slide 29 - Question ouverte

Leerdoelen check
Teken de korte waterkringloop
Leg hierbij alle stappen goed uit!

Slide 30 - Diapositive