Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Handig rekenen
Welkom!
Uitleg handig rekenen
Samen sommen maken
Zelfstandig aan het werk
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Uitleg handig rekenen
Samen sommen maken
Zelfstandig aan het werk
Slide 1 - Diapositive
Waarom praktisch rekenen ?
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel stoelen zijn
er op voorraad?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Verbind de tweetallen die samen 1000 maken
550
82
168
350
278
722
450
918
832
650
Slide 5 - Question de remorquage
Reken uit door de volgorde te wisselen
19 + 140 + 71 + 38 =
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel betaal je voor
de broek en het jasje
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Joris koopt, chips € 2,85, pak koeken € 1,95 een blik energy € 1,15. Hij betaalt met € 10,- Hoeveel krijgt hij terug?
A
€ 4,05
B
€ 5,95
C
€ 4, 95
D
€ 5,05
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
35 mensen gaan midgetgolfen. De prijs per persoon is € 12,-.
Hoeveel betalen zij samen?
A
€ 360
B
€ 420
C
€ 410
D
€ 2,90
Slide 14 - Quiz
Frans haalt 14 pakken gevulde koeken.
Een pak koeken kost € 1,25. Hoeveel betaalt hij?
A
€ 17,25
B
€ 17,75
C
€ 14,50
D
€ 17,50
Slide 15 - Quiz
De opbrengst van een rommelmarkt is € 450,- . Dit moet met 6 mensen verdeeld worden. Hoeveel krijgt iedereen
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Voor een straatversiering wordt een lap stof van 4,5 meter verdeeld in stukken van 0,15 meter hoeveel stroken kun je knippen?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Een pita broodje kost € 2,25. Joy koopt 2 broodjes. Zij betaalt met munten van € 0,50.
Hoeveel munten moet zij geven?
A
8
B
9
C
10
D
7
Slide 22 - Quiz
375 studenten en 10 begeleiders gaan naar Praag.In een bus kunnen er 58.
Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
8
B
9
C
6
D
7
Slide 23 - Quiz
Iwan koopt over 7 maanden een scooter van € 2310,- .Hoeveel euro moet hij elke maand sparen?
A
€ 330,-
B
€ 230,10
C
€ 320,-
D
€ 420,-
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
schattend rekenen
305 x 295
A
90.000
B
60.000
C
9000
D
6000
Slide 27 - Quiz
schattend rekenen
8000 x € 0,05
A
€ 4,-
B
€ 40,-
C
€ 400,-
D
€ 4000,-
Slide 28 - Quiz
schattend rekenen
42 x € 19,25
A
€ 8,-
B
€ 80,-
C
€ 800,-
D
€ 8000,-
Slide 29 - Quiz
Verbind de opgaven met het juiste antwoorden. Niet alle componenten kunnen met elkaar verbonden worden.
638 : 8
2983 : 60
6,01 : 0,2
6115 : 12
42090 : 70
600
5
80
8
500
3
50
30
Slide 30 - Question de remorquage
Bij examenvragen wordt vaak gevraagd hoeveel moet je kopen?
In dat geval
altijd
naar boven afronden
Slide 31 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1F deel B- H8 praktisch rekenen
Août 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Wiskunde
MBO
Studiejaar 2
Rekenen 8.2
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Betalen
Janvier 2019
- Leçon avec
31 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Cito oefenen
Décembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Woordenschat
Basisschool
Groep 8
Rekenen: Midden 5 - deel 2
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5,6
oefenen + (1)
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Rekenen
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Rekenen verhaalsommen
il y a 2 jours
- Leçon avec
38 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5
Rekenen verhaalsommen
Novembre 2022
- Leçon avec
42 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5