12/6 LnA1 personen + huis beschrijven

Welkom!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

voorlezen en vertellen. 
 samen lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

 een afspraak maken met de dokter

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

een afspraak maken met de dokter
  • Goedemorgen, u spreekt met.... (naam)
  • SabaHalgheer, enta tettekelem ma.......
  • Ik wil een afspraak maken./Ana beddie ohmol mowaid. 
  • Waarom wilt u een afspraak maken? Wat zijn de klachten?
  • Ik heb buikpijn/hoofdpijn/ik ben duizelig.
  • Ana Endie elem bil batton/bil RaHs/ana dajech(a)
  • Wat is jouw geboortedatum?/Ma hoewa tarieg miladak?
  • Mijn geboortedatum is....../Tarieg miladi....
  • Kan je op vrijdag 21 juni om 11 uur?

Slide 5 - Diapositive

je huis en kamer beschrijven

Slide 6 - Diapositive

woorden in huis
flat/appartement (chakka)
groot of klein (kabier au saEieruh)
huis (be-eth)
keuken en wc en badkamer (matbach wah hamam)
woonkamer (rurfet maiesja/salon)  
slaapkamer (rurfet nom)
stoelen (kirse)
tafel (towle)
bank (sofa)
kast (ghizana)
bed

Slide 7 - Diapositive

Opdracht: Teken je huis
  • Teken je huis
  • Teken de kamers in je huis
  • Schrijf de namen van de kamers erbij
  • Teken de meubels (bank, tafel, stoelen, tv enz.) in je huis
  • Schrijf de namen erbij 

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf je huis en kamer
Ik woon in een flat (of een huis). 
Er zijn drie kamers.
Er is een keuken, een woonkamer en een badkamer.
Mijn slaapkamer is groot/klein.
De muren (head) zijn wit/groen (andere kleur-Reir lon)
Ik heb een bed (taghet) en een kast (ghizana) op mijn kamer.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf je eigen kamer

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

spreekopdracht oefenen
  • Vertel iets over jezelf: Mijn naam is......... en ik ben .......jaar.
  • Waar woon je? Ik woon in............... Ik woon samen met.......
  • Wat doe je? Ik zit op de ISK in Alphen aan den Rijn
  • Wat wil je worden? Later wil ik ..................worden.

Slide 14 - Diapositive

spelletje: woorden omschrijven

Slide 15 - Diapositive

uiterlijk persoon
Hij/zij is groot of klein. (Hoewa/hia kabier au saRier)
Hij/zij is dun of dik.  (rafie/samiera)
Hij/zij heeft lang/kort haar. (sjaar touwiel/sjaar kasier)
Hij/zij heeft blond/bruin/zwart haar. (asqur/sjaar boeni/sjaar ashwad)
Hij/zij heeft krullend haar. (sjaar moezjahed)
Hij/zij is wit/bruin/zwart. (hoewa/hia abiod, hantih, esmar)
Hij/zij draagt een bril. (nadara)
Hij heeft een snor/baard. (shouwarib/daqen)



Slide 16 - Diapositive

Beschrijf de persoon (kleding)
Hij/zij draagt een hoed/een pet/een hoofddoek. (qoeba/hizjab)



Hij/zij draagt een jas (soetra), een jurk 
(foestan), een broek (pantalon), een T-shirt.



Slide 17 - Diapositive

Hij heeft bruin kort haar. Hij heeft bruine ogen. Hij draagt een blauw T-shirt en een blauwe korte broek. Hij draagt groene sokken.

Slide 18 - Diapositive

Zij heeft bruin krullend haar. Zij heeft een bruine huid. Ze draagt een oranje T-shirt. Ze heeft bruine ogen

Slide 19 - Diapositive

Beschrijf de persoon naast je.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo