Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Landschapsvormen
Periode 5
Thema: Vakantie Onderwerpen: - Landschapsvormen - Water
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Landschapszones
Temperatuur en wind hebben veel invloed op de landschapszones.
Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.
Slide 3 - Diapositive
Hoe herken je klimaten?
- je kijkt naar de plantengroei
- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
- je kijkt naar de klimaatgrafiek
Even oefenen: je ziet steeds een foto met van een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.
Slide 4 - Diapositive
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 5 - Quiz
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 6 - Quiz
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 7 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
de waterkringloop
Slide 10 - Diapositive
Hoe is water op aarde verdeeld? Zout en zoet water
Slide 11 - Diapositive
De Waterkringloop
Slide 12 - Diapositive
de waterkringloop
infiltratie = proces waarbij regenwater in de bodem wegzakt
afstromen = het wegstromen van water naar de zee, over het landoppervlak en via rivieren
Slide 13 - Diapositive
0
Slide 14 - Vidéo
Wat is de lopende motor achter de waterkringloop?
Slide 15 - Question ouverte
Waarom verdwijnt er geen water uit de waterkringloop?
Slide 16 - Question ouverte
Leg zo kort mogelijk de lange waterkringloop uit!
Slide 17 - Question ouverte
H4 paragraaf 3: Rivieren
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Aantekening
3 soorten rivieren: > regenrivier: door regen gaat het water stromen. > gletsjerrivier: door het smelten van een gletsjer. (schuivend ijs) > gemengde rivier:krijgt zijn water van beide soorten rivieren.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Noem de drie soorten rivieren die wij kennen. Tip één is een combinatie van de andere twee.
Slide 24 - Question ouverte
Par 4. Waterbeheer
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Zorg voor het water
Om te snappen waarom we goed moeten zorgen voor het water, moeten we eerst terug in de tijd. Waarom is het belangrijk dat wij een goed waterbeheer hebben?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Hoe beschermen wij ons land?
Langs de zee:
hier liggen de duinen. Dit zijn heuvels van zand.
door extra grassen te planten moet de groei van de duinen gestimuleerd worden
Slide 29 - Diapositive
Zeewering
Waar geen duinen zijn,heeft de overheid dammen en zeedijken aangelegd.
De DAMMEN, ZEEDIJKEN en de DUINEN noem je samen de ZEEWERING
Slide 30 - Diapositive
Aanleg van grassen
Aanleg van stenen
Slide 31 - Diapositive
Hoe beschermen wij ons land?
Langs de rivieren:
we bouwen dijken. Dit zijn door mensen gemaakte wallen.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Maar al deze maatregelen zijn niet meer genoeg:
Dit heeft twee oorzaken:
Door klimaatverandering - gem temperatuur stijgt - meer verdamping - meer neerslag
Steeds meer gebieden langs de rivieren worden volgebouwd. Water kan steeds slechter wegzakken de grond in
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
8. Waterschaarste
Slide 36 - Diapositive
Zomer
2018!
Slide 37 - Diapositive
lage waterstand,
oppervlaktewater maar ook grondwater
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Wie gebruiken er in NL water?
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Vidéo
Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater.
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.
afname
toename
minder
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer
afvoer
minder
meer
Slide 44 - Question de remorquage
De hoeveelheid grondwater neemt af
Er ontstaat een kale vlakte
De neerslag kan daardoor niet meer in de grond zakken
De neerslag spoelt snel over het land naar een rivier