Fictie 1.1 - fictie/non-fictie

1.1 Fictie 

Vak: Nederlands 
Jaar: 1
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

1.1 Fictie 

Vak: Nederlands 
Jaar: 1

Slide 1 - Diapositive

1.1 Fictie / non-fictie

Slide 2 - Diapositive

Start van de les 
IPad op de hoek van de tafel 
Zitten volgens plattegrond
Tas op de grond 
Telefoons in de zak

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Doel van deze les 
Na deze les weet je wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.

Slide 5 - Diapositive

Fictie en non-fictie

Slide 6 - Carte mentale

Fictie en non-fictie 

Fictie: verzonnen verhalen


Non-fictie: teksten over de werkelijkheid, (dus NIET verzonnen)

Slide 7 - Diapositive

Fictie en non-fictie 

Een schrijver kan een verzonnen verhaal vertellen. Deze verhalen noem je fictie.

Sprookjes, leesboeken, stripverhalen, films, soaps en gedichten zijn voorbeelden van fictie.

Slide 8 - Diapositive

Non-fictie 

Een schrijver kan ook schrijven over dingen die echt gebeurd zijn. Deze verhalen noem je non-fictie.

Nieuwsberichten, reisverslagen, een recept, een informatief boek, het journaal, een documentaire of een reality-programma zijn voorbeelden van non-fictie

Slide 9 - Diapositive

Realistisch/ niet-realistisch 
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch. Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. Sprookjes en fantasy zijn voorbeelden van niet-realistische verhalen.

Slide 10 - Diapositive

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz


Fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz

Fictie of non-fictie
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Opdracht 
Maken fictie 1.1 opdracht 1 tot en met 12. 

Klaar? Lezen;
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Wat hebben we geleerd? 
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse.
Ik kan mijn mening geven over personen en/of gebeurtenissen in een boek.

Slide 18 - Diapositive

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 19 - Question de remorquage