Grafisch presenteren trede 12-13 Les 3

Grafisch Presenteren Trede 12-13 Les 3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grafisch Presenteren Trede 12-13 Les 3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Staafdiagram
Een staafdiagram is een diagram waarin met de lengte van staven een bepaalde waarde duidelijk wordt gemaakt.

In het staafdiagram hiernaast zie je de hoogte van het zakgeld van vier kinderen. Elke staaf geeft de hoogte aan van het zakgeld. Op de horizontale lijn (heet officieel de x-as) staan de namen van de kinderen. Op de verticale lijn (heet officieel de y-as) staan de bedragen in euro's. De y-as begint met het bedrag van 0 euro. En loopt door tot en met 3 euro.
In de tabel eronder staan de gegevens waarmee het staafdiagram is gemaakt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is een staafdiagram?
A
Een tabel met numerieke waarden
B
Een grafische weergave van gegevens met verticale staven
C
Een grafische weergave van gegevens met horizontale staven
D
Een wiskundige formule voor het berekenen van oppervlakte

Slide 5 - Quiz

Wat representeert de lengte van een staaf in een staafdiagram?
A
De positie van de categorie
B
De kleur van de categorie
C
De breedte van de categorie
D
De hoeveelheid of waarde van een specifieke categorie

Slide 6 - Quiz

Wat is de horizontale as van een staafdiagram?
A
De x-as die de verschillende categorieën aangeeft
B
De legenda die de kleuren van de categorieën aangeeft
C
De y-as die de waarden van de categorieën aangeeft
D
De titel van het diagram

Slide 7 - Quiz

Wat is het doel van een staafdiagram?
A
Het verbinden van punten met lijnen
B
Het tonen van de verandering in de tijd
C
Het berekenen van de gemiddelde waarde
D
Het visueel vergelijken van gegevens tussen verschillende categorieën

Slide 8 - Quiz

Histogram
Een histogram is een diagram waarin met kolommen wordt weergegeven hoe vaak in een bepaalde groep iets voorkomt. Op de horizontale lijn zie je de groepen die zijn gemeten. Op de verticale as zie je de frequentie van die groepen.
  

In het histogram hiernaast zie je dat voor een klas de lengte is gemeten. Op de x-as zie je de groepjes staan van lengtes in millimeters staan. Op de y-as staan de frequenties: hoe vaak komt zo'n groepje lengtes in de klas precies voor?
In deze histogram zitten in alle groepjes evenveel lengtes. Daarom zijn de blokken even breed. In histogrammen zie je soms dat de breedte van de kolommen verschilt. Dat komt omdat de groepjes dan van elkaar verschillen.

Slide 9 - Diapositive

Histogram vs. Staafdiagram
  • In een histogram staan de staven op een vaste, logische volgorde. Je begint links met de laagste waarde en eindigt rechts met de hoogste. Bij een staafdiagram is hier geen sprake van.

  •  In een histogram staan de staven tegen elkaar aan

  •  In een histogram staat er bij de horizontale as vaak een eenheid. Het is niet handig om bij elke staaf los de eenheid te schrijven, omdat deze overal hetzelfde is. Daarom schrijf je de eenheid bij de as.

Slide 10 - Diapositive

Wat is een histogram?
A
Een tabel met numerieke waarden
B
Een grafische weergave van de verdeling van data
C
Een visuele representatie van tekst
D
Een lijndiagram van tijdreeksen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Wat is een steelbladdiagram?
A
Een diagram dat de eigenschappen van staal weergeeft.
B
Een grafische weergave van data met een steel en bladeren.
C
Een grafiek die de eigenschappen van bladeren toont.
D
Een diagram met bladeren van een boom.

Slide 14 - Quiz

Wat representeert de steel in een steelbladdiagram?
A
De cijfers aan de linkerkant van het diagram.
B
De horizontale as van het diagram.
C
De verticale as van het diagram.
D
De cijfers aan de rechterkant van het diagram.

Slide 15 - Quiz

Wat stellen de bladeren voor in een steelbladdiagram?
A
De categorieën van de data.
B
De labels op de verticale as.
C
De labels op de horizontale as.
D
De eenheden of decimalen van de data.

Slide 16 - Quiz