Vraag en aanbod H4

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Programma

Vragen H1 t/m 3?

Hoofdstuk 4

Hoofdstukdoelen

• de samenhang analyseren tussen prijs en aanbod.

• de prijselasticiteit van het aanbod berekenen en de uitkomst interpreteren.

• grafisch en rekenkundig analyseren welke invloed veranderingen van de ceteris-paribus-voorwaarden hebben op de aanbodcurve.

• uit individuele aanbodlijnen grafisch de collectieve aanbodlijn afleiden.

• een balans en een resultatenrekening opstellen en interpreteren.

• met voorbeelden toelichten dat er op de balans van ondernemingen voorraadgrootheden staan en op de resultatenrekening stroomgrootheden.

Hoofdstukdoelen

• de keuze over het aantrekken van eigen en vreemd vermogen van een onderneming (eenmanszaak, vof, bv of nv) toelichten.

• uitleggen dat de te kiezen rechtsvorm invloed heeft op de (privé)aansprakelijkheid en daarmee op de toedeling van het ondernemersrisico.

• uitleggen dat de te kiezen rechtsvorm invloed heeft op de te betalen belasting.

Aanbod

Elasticiteit van het aanbod

Een hoger marktprijs leidt tot meer aanbod.

Aanbodfactoren zijn:

* Prijs > verschuiving langs de aanbodlijn

* Het aantal aanbieders > verschuiving van de aanbodlijn

* De kosten > verschuiving van de aanbodlijn

De Balans

Overzicht van voorraadgrootheden, bezittingen en schulden 

Resultatenrekening met stroomgrootheden

kosten	opbrengsten
inkoopwaarde huurkosten rentekosten loonkosten afschrijvingskosten etc etc (winst)	omzet (eventueel verlies)
totaal	totaal

Rechtsvormen

- Wettelijk verplicht een rechtsvorm aan te nemen. Elke rechtsvorm heeft zijn eigen regels en wetten. 

- Natuurlijk persoon: Zelf verantwoordelijkheid over zijn acties.

VB: Eenmanszaak, Vof, cv en maatschap

- Rechtspersonen: Iemand anders verantwoordelijk voor de acties.

VB: bv, nv, coöperatieve vereniging.  stichting en vereniging.

Maken

4.2, 4.5, 4.10, 4.11, 4.24

Het vreemd vermogen is

1. de kortlopende schulden van een bedrijf
2. de langlopende schulden van een bedrijf
3. alle schulden van een bedrijf
4. het eigen vermogen

Kapitaalgoederen zijn:

1. het werk dat mensen doen
2. dingen die je nodig hebt om te produceren zoals natuur en arbeid
3. dingen uit de natuur, zoals grondstoffen
4. hulpmiddelen bij de productie

Wat is een VOF?

1. meerdere ondernemers samen 1 bedrijf
2. veel aandelen
3. 1 bedrijf met 1 eigenaar
4. niet hoofdelijk aansprakelijk

Een resultatenrekening is

1. een momentopname
2. een eindbalans
3. een voorraadgrootheid
4. een overzicht over een periode

Vlottende activa is:

1. De betaalmiddelen van een onderneming, zoals de bank en kas.
2. Alle bezittingen van een onderneming die langer dan één jaar meegaan.
3. Een overzicht van de bezittingen, het eigen vermogen en de schulden
4. Alle bezittingen van een onderneming die korter dan één jaar meegaan

Een balans is:

1. Opstelling activa & passiva
2. Niet altijd in evenwicht
3. Vreemd vermogen
4. Eigen vermogen

Van een bv ...

1. ... kan niet iedereen aandelen kopen
2. ... kan iedereen aandelen kopen

Wat staat er op een resultatenrekening?

1. de ontvangsten en uitgaven van een onderneming
2. de bezittingen en schulden van een onderneming
3. de opbrengsten en kosten van een onderneming
4. stroom - en voorraadgrootheden van ondernemingen