Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4 Het aanbod
LWEO Lesbrief Vraag en Aanbod
Slide 1 - Diapositive
leerdoelen
prijselasticiteit van het aanbod berekenen
welke factoren beïnvloeden het aanbod
je kunt een grafiek goed interpreteren
zelf leren: resultatenrekening + balans + rechtsvormen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent eigenlijk: Ceteris Paribus?
A
Dat is Latijn voor:
Schiet mij maar in de kerstverlichting
B
Dat is Latijn voor:
Voor het overig veranderend
C
Dat is Latijn voor:
Voor het overig gelijkblijvend
D
Dat is Latijn voor:
Is v.d.Meer helemaal de weg kwijt of zo?
Slide 5 - Quiz
Qv = -2p + 180 en Qa = p - 2 De prijs van een tas was 50 euro maar door de hoge inflatie is dat nu 60 euro. Bereken Ea
A
-1,04
B
1,04
C
-1,25
D
1,25
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Qa = 5P - 100 Bereken de prijselasticiteit van het aanbod als de prijs stijgt van 60 euro naar 80 euro?
A
1,7
B
1,3
C
2
D
1,5
Slide 8 - Quiz
uitwerking
P wijzigt van 60 naar 80 euro.
1. invullen P = 60
Qa = 5 x 60 - 100 = 200
2. invullen P = 80
Qa = 5 x 80 - 100 = 300
P stijgt met (80-60)/60 * 100% = 33,33%
Qa stijgt met (300-200)/200 * 100% = 50%
Ea = 50%/33,33% = 1,5
Slide 9 - Diapositive
I: vaak is de prijselasticiteit op lange termijn groter dan op korte termijn II: een prijselasticiteit van 1,5 betekent dat als de prijs met 1% stijgt dat het aanbod met 1,5% daalt
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist, II: onjuist
D
I: onjuist, II: juist
Slide 10 - Quiz
verschuiving lang en van de aanbodlijn
langs de aanbodlijn
van de aanbodlijn
prijs verandert door een verandering van de vraaglijn
inkoopkosten veranderen
aantal aanbieders veranderen
productiviteit verandert
Slide 11 - Diapositive
Verschuiving langs de aanbodlijn
Verschuiving van de aanbodlijn
Verschuiving langs de vraaglijn
Verschuiving van de vraaglijn
Slide 12 - Question de remorquage
Ik kan de prijselasticiteit van het aanbod berekenen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Sondage
Ik begrijp wat de berekende prijselasticiteit van het aanbod betekent.
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Sondage
Ik begrijp het verschil tussen verschuiven van en verschuiven langs de aanbodlijn
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Sondage
Ik kan een grafiek goed interpreteren.
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Bestuderen en maken
Doorlezen leerdoelen H4
paragraaf 4.1 t/m paragraaf 4.3
Slide 17 - Diapositive
Balans en resultatenrekening
Slide 18 - Diapositive
Verplichting van een bedrijf
Een bedrijf is versplicht te laten zien hoe hij er financieel voor staat. Dit doen ze doormiddel van 2 overzichten:
- De balans
- De resultaten rekening.
Slide 19 - Diapositive
De Balans
Belangrijkste kenmerken van een balans:
- Er zit een linkerzijde (debet) en een rechterzijde (credit) aan de balans
- Het is een momentopname (voorraadgrootheid)
- De balans is altijd in evenwicht.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoe noem je dit overzicht?
A
Vermogensstructuur
B
Resultatenrekening
C
Balans
D
Kapitaalstructuur
Slide 28 - Quiz
Het eigen vermogen staat
A
debetzijde balans
B
winst - verlies rekening
C
bij vlottende activa
D
creditzijde balans
Slide 29 - Quiz
Resultaten rekening
Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:
- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)
- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening (stroomgrootheid)
- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Resultatenrekening
Kosten staan links
Opbrengsten rechts
TO - TK = TW
Totale opbrengsten - totale kosten = totale winst
Slide 32 - Diapositive
Resultatenrekening
ook Verlies- en Winstrekening genoemd.
De resultatenrekening is een periode-overzicht van alle opbrengsten en kosten van een onderneming.
Waarmee je dus het resultaat (de winst of het verlies) over deze periode kunt bepalen.
Omdat het over een periode gemeten wordt, staan op de resultatenrekening per definitie stroomgrootheden.