Herhaling 3.1 en 3.2 havo

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.1 en 3.2 herhaling

3.3 Uitleg

planning

- Uitleg

- verder aan de huiswerkopdrachten

-nakijken 

-planning aankomende periode

-quiz

- Als er tijd over is 3.3

Puzzel

VVD	Persoonlijk	Rentmeesterschap
Naastenliefde	PvdA	Gelijkheid
Links	Midden	Rechts
Vrijheid	Solidariteit	CDA

Voorbeeld van een juist antwoord:

Liberalisme: VVD, Persoonlijk, rechts, vrijheid

Confessionalisme: Rentmeesterschap, Naastenliefde, Midden, CDA

Socialisme: PvdA, Gelijkheid, Links en Solidariteit 

VVD	Persoonlijk	Rentmeesterschap
Naastenliefde	PvdA	Gelijkheid
Links	Midden	Rechts
Vrijheid	Solidariteit	CDA

Wat betekent politiek?

Wat is de beste omschrijving van 'Democratie'?

1. Het volk heeft geen invloed op politieke besluiten
2. Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen.
3. Het volk kiest volksvertegenwoordigers die de keuzes maken.
4. Het volk heeft invloed op politieke besluiten

Burgers hebben de meeste politieke invloed in een:

1. religieus autoritair regime.
2. militair autoritair regime.
3. directe democratie.
4. indirecte democratie.

Wat is een ideologie?

1. Regels over het naleven van de trias politica
2. Ideeën over welke burgers het meeste macht moeten hebben
3. Ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving
4. Alle standpunten van een politieke partij

I. Een vrije pers is een belangrijk uitgangspunt in een democratie.
II. In een dictatuur maken oppositiepartijen deel uit van de politieke macht.

1. I is juist, II is onjuist
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist

I. Censuur wil zeggen dat de overheid de media controleert.
II. In veel autoritaire regimes hebben de militairen ook politieke macht.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Wie hebben in een autoritair regime vaak last van beperkingen van grondrechten?

1. Bedrijven en militairen.
2. Politie en burgers.
3. Burgers en media.
4. Media en politieke bestuurders.

De overheid legt de burgers plichten op. Dit vindt:

1. wel plaats in een autoritair regime, maar niet in een democratie.
2. wel plaats in een democratie, maar niet in een autoritair regime.
3. plaats in zowel een autoritair regime als een democratie.
4. alleen plaats in landen zonder grondwet.

Rechtse politieke partijen benadrukken dat:

1. mensen gelijke kansen moeten krijgen.
2. de macht in Nederland eerlijker moet worden verdeeld.
3. de overheid een passieve rol moet hebben.
4. waarden en normen de vrijheid van mensen in de weg staan.

Linkse politieke partijen benadrukken dat:

1. mensen gelijke kansen moeten krijgen.
2. burgers meer vrijheid moeten krijgen.
3. de overheid minder macht moet krijgen.
4. naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.

Politieke partijen die rechts zijn:

1. willen een actieve overheid.
2. zijn voor bescherming van de zwakkeren in de samenleving.
3. vinden dat de overheid de vrijheid van burgers moet beschermen.
4. willen de inkomensverschillen verkleinen.

Linkse politieke partijen:

1. vinden dat rijke mensen evenveel belasting moeten betalen als arme mensen.
2. willen het verschil tussen arm en rijk vergroten.
3. vinden dat de overheid moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
4. hechten veel waarde aan het bedrijfsleven.

Liberale partijen benadrukken dat:

1. mensen gelijke kansen moeten krijgen.
2. burgers meer vrijheid moeten krijgen.
3. de overheid een sterke positie moet hebben.
4. het rentmeesterschap centraal moet staan.

3.3 Politieke partijen

Actiegroep of belangengroep?

Actiegroep           - 1 bepaalde doelstelling / onderwerp

                                  - oproepen tot actie

                             

    

Belangengroep - verdedigen belangen van 1 groep

                                 - meer doelstellingen / onderwerpen

Politiek spectrum: Links, rechts en midden

Links	Midden	Rechts
Actieve overheid	Actief/passief	Passieve overheid
Gelijkheid -> geen inkomsten ongelijkheid	Tussenin	Burgers zijn verantwoordelijk voor zichzelf
Zorgen voor kwetsbare mensen	Samenleving zorgt voor elkaar, maar ook de overheid	Overheid helpt alleen als het nodig is -> vrijheid

Progressief en conservatief

Progressief:

• Vooruitstrevend, verandering, toekomstgericht
• Gebreken benadrukken en veranderingen doorvoeren.

Conservatief:

• Behoudend, behouden wat al bereikt is.
• Graag alles houden bij het oude (tradities)

Politiek spectrum

     One-issuepartijen 

1 specifieke doelgroep of aspect van de samenleving

Niet-democratische partijen

- gaan vaak in strijd met rechtsstaat

- wordt vaak geweld geroepen

- standpunten mogen tegen Grondwet strijden

Minder mensen worden lid van politieke partijen:.

gevolgen:

• meer zwevende kiezers
• minder geschikte bestuurders beschikbaar
• minder geld om zich goed te organiseren en verkiezingen te voeren.

Representativteit

"De mate waarin de Tweede Kamer een goede afspiegeling is van de Nederlandse bevolking."

www.volkskrant.nl

I. One-issuepartijen hechten net als actie- en belangengroepen weinig waarde aan het algemeen belang.
II. Ook populistische partijen kunnen deel uitmaken van het parlement.

1. I en II zijn juist.
2. I is onjuist en II is juist.
3. I is juist en II is onjuist.
4. I en II zijn beide onjuist.