Hoofdstuk 1 - eerste 3 lessen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1

Je leert vandaag werkwoorden herkennen, de persoonsvorm in een korte zin vinden, zinnen in stukken verdelen, wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken en woorden met au/ou goed spellen. 

Planning van vandaag

 Wat heb je onthouden van de eerste 3 lessen grammatica en spelling en wat moeten we nog extra gaan herhalen?

We testen het in een "LessonUp"!

Heb je het idee dat je al voldoende kennis hebt om deze quiz goed te maken?

Absoluut!

Sommige onderdelen wel andere niet.

Nope, paniek!

Welk leesteken?
Welk leesteken staat in de zin en niet aan het eind?

1. .
2. !
3. ?
4. ,

Wat is geen leesteken?

1. punt
2. vraagteken
3. hoofdletter
4. uitroepteken

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord GINGEN

In welke zin staat het leesteken goed?

1. Heeft Alex al lang een nieuwe fiets?
2. Heeft Alex al lang een nieuwe fiets!
3. Heeft Alex al lang een nieuwe fiets.

Welk leesteken ontbreekt

1. een punt
2. een uitroepteken
3. een vraagteken
4. een komma

Met welke leesteken kan je een zin NIET eindigen?

1. . punt
2. , komma
3. ? vraagteken
4. ! uitroepteken

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord GEVRAAGD

Welk leesteken hoort op de streep?

Kan ik u helpen_

1. een punt
2. een uitroepteken
3. een vraagteken
4. een komma

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord KOOS

Wat is een zinsdeel?

1. werkwoorden, zelfstandige naamwoorden enz.
2. streepjes
3. Een stuk van een zin dat bij elkaar hoort
4. een vraagzin

een zinsdeel vind je door...

1. de zin vragend te maken
2. de zin in de verleden tijd te zetten
3. de volgorde van de zin te veranderen
4. alles wat voor het voltooid deelwoord staat is zinsdeel

Ik | wil | naar huis.

Alles wat voor de pv kan staan, is een zinsdeel. Wat is dus zeker een zinsdeel?

1. Ik
2. naar huis
3. wil
4. geen van allen

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord BELOOFT

Een zinsdeel (vul aan)

1. is altijd 1 woord
2. staat altijd vooraan in de zin
3. kun je verplaatsen in de zin
4. hoort bij woordsoorten

Wat is de juiste spelling?

1. kabeljauw
2. kabeljouw

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord GAAT

Hoeveel zinsdelen kunnen er maximaal voor de persoonsvorm staan?

1. één
2. twee
3. zoveel als je wil
4. geen

Wat is de juiste spelling?

1. landbouw
2. landbauw

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?

1. Namen van feestdagen
2. Namen van jaargetijden
3. Namen van personen
4. Namen van bedrijven

Welke spelling is juist?

1. strijkbout
2. strijkbaut

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?

1. Namen van winkels
2. Familienamen
3. Namen van maanden
4. Namen van musea

Welke spelling is juist?

1. nouwelijks
2. nauwelijks

Wat is de juiste spelling?

1. trauwen
2. trouwen

Wat is de pv in deze zin?
De bange jongen hoorde een vreemd geluid

Wat is de pv in deze zin?
De tv van mijn ouders is kapot.

Wat is de pv in deze zin?
Hoe laat komt de trein?

Wat is een werkwoord? Een werkwoord duidt aan:

1. mens, dier of ding
2. handeling, gebeurtenis of toestand
3. wanneer, hoe of waar iets gebeurt
4. dat iemand iets doet

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord GOOIDE

Van welk hele werkwoord komt het werkwoord 'is'?

Welk woord is goed geschreven?

1. december
2. December

Welk woord is goed geschreven?

1. Zuid-Holland
2. Zuid-holland

Welk woord is goed geschreven?

1. maastricht
2. Maastricht

Welk woord is goed geschreven?

1. Duitse
2. duitse

Welk woord is goed geschreven?

1. Vrijdag
2. vrijdag

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord VERTROUWDEN

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord BLIJFT

Hoe ging de quiz?

Welk onderdeel wilt je nog herhalen voor de toets?