Nederlands grammatica & spelling periode 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

Grammatica & Spelling

periode 1

Programma:

1) Klassikaal: via LessonUp testen hoe jullie de grammatica en spelling beheersen. Wie is er klaar voor de toets en wie heeft nog extra oefening nodig?

2) Daarna gaan jullie zelfstandig verder werken aan par. 1.5. Maak t/m opdr. 13. Vrijdag gaan we de opdrachten nakijken. 

Grammatica - woordsoorten

Bij woordsoorten moet je elk woord van de zin benoemen.

Jullie moeten tot nu toe kennen:

- LW: (bepaald / onbepaald) lidwoord

- ZN: zelfstandig naamwoord

- BN: bijvoeglijk naamwoord

- WW: werkwoord (pv / infinitief / voltooid deelwoord)

bepaald lidwoord

onbepaald lidwoord

een

de

het

PERSOONSVORM (PV)

INFINITIEF (INF)

VOLTOOID DEELWOORD (VD)

gewerkt

vonden

willen

doet

gaan

verhuisd

luisterde

gelezen

Let op!

1. Wij luisteren naar de radio.

2. Wij gaan naar de radio luisteren.

'luisteren' in zin 1 = PV

'luisteren' in zin 2  = INF

Welke woordsoort?
gebouw

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
werken

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
mooi

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
het

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
lieve

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
huizen

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Welke woordsoort?
werkte

1. BN
2. LW
3. WW
4. ZN

Grammatica - zinsdelen

Je moet elke zin in zinsdelen kunnen haken en de zinsdelen kunnen benoemen. Een zinsdeel kan 1 woord zijn, maar ook meerdere woorden.

Bijvoorbeeld: Hij is aardig vs.

De vader van mijn beste vriendin is aardig.

Grammatica - zinsdelen

Jullie moeten altijd de volgende stappen volgen:

1) Persoonsvorm (PV) onderstrepen!

2) De zin in zinsdelen verdelen = zinsdeelstrepen zetten.

3) Werkwoordelijk gezegde benoemen (schrijf WG erboven).

4) Onderwerp benoemen (schrijf OW erboven).

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
IK houd van pizza.

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
Ik WERK op het Frits Philips.

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
Hij wil op het Frits Philips WERKEN.

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
MIJN BESTE VRIEND heeft verkering.

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
Wij GAAN naar China REIZEN?

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
JOLIEN haalt een 10!

1. PV
2. WG
3. OW

Welk zinsdeel staat in hoofdletters?
BEN jij al thuis?

1. PV
2. WG
3. OW

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?
Hij is gisteren vertrokken.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

De jongens gaan morgen basketballen.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

Ik heet Franske.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

Volgende week hebben wij een toets.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Spelling (par. 1.5)

In elke paragraaf spelling vinden we een stukje theorie met uitleg over bepaalde spellingsregels. 

In hoofdstuk 1 over pv.tt, leestekens en aanhalingstekens/

Ook zijn er altijd dicteewoorden opgenomen. Zie blz 32.

Neem die woorden door als voorbereiding op de toets.

Zet in de goede vorm van de pv.tt:
hij (vinden)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
wij (werken)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
jij (verhuizen)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
ik (willen)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
hij (eten)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
jullie (dansen)

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
Wie (reizen) er graag?

Zet in de goede vorm van de pv-tt:
(Gaan) jij graag naar school?

Welk leesteken missen we?
Heb je zin om te werken

1. punt
2. uitroepteken
3. vraagteken
4. hoofdletter

Welk leesteken missen we?
houd je mond!

1. punt
2. uitroepteken
3. vraagteken
4. hoofdletter

Welk leesteken missen we?
Ga nu meteen zitten

1. punt
2. uitroepteken
3. vraagteken
4. hoofdletter

Welk leesteken missen we?
Koop: wasmiddel eieren en zout.

1. punt
2. hoofdletter
3. aanhalingstekens
4. komma

Welk leesteken missen we?
Henk zegt: Ik ben echt ziek.

1. vraagteken
2. hoofdletter
3. aanhalingstekens
4. komma

Welk leesteken missen we?
Patrick antwoordt "geen probleem".

1. vraagteken
2. komma
3. aanhalingstekens
4. dubbele punt

Luister naar de dicteewoorden

Schrijf ze goed gespeld in je schrift.

Nakijken:

1 auteur

2  trouw

3  kauwgom

4  betrouwbaar

5 toeschouwer

6 benauwd