Taaltrap les 9.8 - Bezittelijke voornaamwoorden

1 / 30
suivant
Slide 1: Vidéo
NT2Middelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Dit is mijn potlood.
Mag ik jouw gum?
Dit is mijn etui.
Dit is mijn klas.
Hier is mijn boek.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Oekraiens

Slide 4 - Diapositive

Pools

Slide 5 - Diapositive

Arabisch

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Diapositive

bezittelijke voornaamwoorden
ik - mijn 
 jij - jouw
hij - zijn
zij (enkelvoud) - haar 

 wij - ons of onze 
 jullie- jullie
zij (meervoud) - hun



Ik zoek ......................bril.
Hij pakt ..........  pen. 
Zij luisteren naar  .........moeder 
Jij moet ......... boek pakken.
Jullie gaan naar ................huis.
Wij vinden.............tuin  mooi.

Slide 10 - Diapositive

mijn
jouw
zijn 


Je kunt kiezen uit:

Slide 11 - Diapositive

Dit boek is van mij.
Het is ... boek.

Slide 12 - Question ouverte

Dat boek is van Saïd.
Het is ... boek.

Slide 13 - Question ouverte

Deze tas is van jou.
Het is ... tas.

Slide 14 - Question ouverte

Die tas is van hem.
Het is ... tas.

Slide 15 - Question ouverte

onze 
jullie
hun

Je kunt kiezen uit:

Slide 16 - Diapositive

Jullie hebben een zus.
Het is ... zus.

Slide 17 - Question ouverte

Wij hebben een grote familie.
Het is ... familie.

Slide 18 - Question ouverte

Zij hebben een kind.
Het is ... kind.

Slide 19 - Question ouverte

tas
man
A
zijn tas
B
haar tas
C
jouw tas
D
onze tas

Slide 20 - Quiz

meisje
hond
A
zijn hond
B
haar hond
C
mijn hond
D
jullie hond

Slide 21 - Quiz

meisje
hoed
A
mijn hoed
B
zijn hoed
C
haar hoed
D
onze hoed

Slide 22 - Quiz

opa
huis
A
zijn huis
B
mijn huis
C
haar huis
D
hun huis

Slide 23 - Quiz

moeder
bloemen
A
zijn bloemen
B
haar bloemen
C
mijn bloemen
D
jullie bloemen

Slide 24 - Quiz

voetballer
bal
A
haar bal
B
hun bal
C
mijn bal
D
zijn bal

Slide 25 - Quiz

boeken
Ihor
A
mijn boeken
B
jouw boeken
C
zijn boeken
D
onze boeken

Slide 26 - Quiz

boeken
Sara
A
mijn boeken
B
haar boeken
C
zijn boeken
D
onze boeken

Slide 27 - Quiz

leerlingen
docent
A
zijn leerlingen
B
haar leerlingen
C
uw leerlingen
D
ons leerlingen

Slide 28 - Quiz

Ik kan zeggen van wie iets is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Ik kan zeggen van wie iets is
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage