We gaan het hebben over het zevende tijdvak. Mensen begonnen over heel de wereld te reizen en namen grondstoffen mee. Met grote machines
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoe ontstond de industrie
We gaan het hebben over het zevende tijdvak. Mensen begonnen over heel de wereld te reizen en namen grondstoffen mee. Met grote machines
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je aan bij het woord: 'Industrie'?
Slide 2 - Carte mentale
Waar begon het allemaal
Huisnijverheid: thuis maken van producten door boeren
Handelaren brachten producten mee zoals ruwe katoen en suiker, naar Europa. De boeren maakten hier nieuwe producten van zoals lappen. De ambachtsman kleurde dit en verkocht het aan kleermakers.
Slide 3 - Diapositive
Opdracht
Jullie krijgen zometeen een filmpje te zien over verschillende soorten energiebronnen.
Noteer alle energiebronnen die je op het filmpje ziet
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Opdracht
Overleg nu kort met je mede- leerling welke energiebron het nieuwste is en waarom deze uitvinding zo belangrijk is voor de industrie.
na de 5 minuten bespreken we de antwoorden klassikaal
timer
5:00
Slide 6 - Diapositive
Wat is dan de industriele revolutie?
Er komen bedrijfjes en huisnijverheid veranderde het leven van de mensen. Het leven werd moderner. We noemen deze periode de moderne tijd. De komst van de stoommachine is een belangrijke oorzaak. Dit tijdvak heet de tijd van burgers en stoommachines. De tijd duurde van 1800 tot 1900.
Slide 7 - Diapositive
De komst van stoom
Eerst was er spierkracht, windkracht en waterkracht.
Na 1780 kwam er een nieuwe energiebron: stoom!
Met stoom wordt iets in beweging gezet.
Zoek uit hoe een stoommachine werkt!
Slide 8 - Diapositive
Zet de afbeeldingen in de juiste volgorde van oud naar nieuw.
Slide 9 - Question de remorquage
De komst van stoom
Veel ondernemers wilden zo'n machine, dit paste niet in een huis of in een bedrijfje. Er komen fabrieken. Er was ijzer nodig om de stoommachines te maken en steenkool als energiebron.
Als je zo'n machine op een rails zet krijg je een trein: de stoomtrein! en leg je hem op een boot: dan heb je stoomboot!
Slide 10 - Diapositive
Noem vier verschillende energiebronnen.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is huisnijverheid?
Slide 12 - Question ouverte
Hoe noemen de we de tijd van de stoommachine en de industrie? Van wanneer tot wanneer is deze?