7.5 Veerkracht en uitrekking

H7.5 Veerkracht en uitrekking
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H7.5 Veerkracht en uitrekking

Slide 1 - Diapositive

Indeling van de les


  • Uitleg paragraaf 7.5
  • Zelfstandig aan het werk
  • Quizz
  • Herhaling lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
7.5:
  • Ik kan een uitrekking, kracht-diagram tekenen. 
  • Ik kan herkennen of een verband recht evenredig is. 
  • Ik kan met een recht evenredig verband rekenen. 



Slide 3 - Diapositive

Ik kan een uitrekking, kracht-diagram tekenen. 

Slide 4 - Diapositive

Ik kan herkennen of een verband recht evenredig is. 

Slide 5 - Diapositive

Ik kan met een recht evenredig verband rekenen. 

Slide 6 - Diapositive

huiswerk
lezen paragraaf 7.5 in je boek.
maak vragen van H7.5
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

QUIZZ
Bonuspunt 0.1 voor de 3 winnaars!

Slide 8 - Diapositive


Metalen hebben veerkracht
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke grootheid hoort er bij de eenheid newton? F = m x g
A
veerconstante
B
massa
C
stroomsterkte
D
kracht

Slide 10 - Quiz

Een veer heeft een uitrekking van 8cm. De veerconstante is 2N/cm. Hoeveel kracht werkt er op de veer?
A
4 N
B
8 N
C
16 N
D
24 N

Slide 11 - Quiz

Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 4 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
A
4 cm
B
16 cm
C
32 cm
D
48 cm

Slide 12 - Quiz

Ik trek met 5 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 2 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
A
0,4 cm
B
5 cm
C
10 cm
D
2,5 cm

Slide 13 - Quiz

Aan een veer hangt een gewicht met een massa van 300 g. De veer is daardoor 5,0 cm uitgerekt.
Hoe groot is de veerconstante?
A
0,59 N/cm
B
2,1 N/cm
C
15 N/cm
D
60 N/cm

Slide 14 - Quiz

Identieke gewichten hangen
aan twee verschillende veren.
Veer A is verder uitgerekt dan
veer B. Welke uitspraak is juist?
A
Veer A heeft een grotere veerconstante.
B
Veer A heeft een kleinere veerconstante.
C
Veer B heeft een grotere veerconstante.
D
Veer B heeft een kleinere veerconstante.

Slide 15 - Quiz

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
7.5:
  • Ik kan een uitrekking, kracht-diagram tekenen. 
  • Ik kan herkennen of een verband recht evenredig is. 
  • Ik kan met een recht evenredig verband rekenen. 



Slide 16 - Diapositive