Thema: Geld en ik

Thema: Geld en ik
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema: Geld en ik

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom geld nodig is
  • Aan het einde van de les kun je de relatie tussen geld en geluk begrijpen
  • Aan het einde van de les kun je de invloed van geld op keuzes en dromen beschrijven
  • Aan het einde van de les kun je de basis van het geldsysteem begrijpen
  • Aan het einde van de les kun je historische gebeurtenissen met betrekking tot geld en economie analyseren
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de gevolgen zijn van het bijdrukken van geld
  • Aan het einde van de les kun je de invloed van geld op de maatschappelijke verdeling begrijpen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over geld?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De noodzaak van geld
  • Geld is een ruilmiddel voor goederen en diensten
  • Het maakt handel en economische activiteit mogelijk
  • Zonder geld zou het moeilijk zijn om onze behoeften en wensen te vervullen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relatie tussen geld en geluk
  • Geld kan bijdragen aan het vervullen van basisbehoeften en comfort
  • Maar het hebben van veel geld betekent niet per se geluk
  • Geluk is een subjectief concept en kan niet alleen worden bereikt door geld te hebben

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld en persoonlijke keuzes en dromen
  • Geld kan invloed hebben op de keuzes die we maken
  • Het kan onze dromen en doelen beïnvloeden
  • Soms moeten we compromissen sluiten tussen geld en persoonlijk geluk

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vertrouwen in geld en het geldsysteem
  • Geld is gebaseerd op vertrouwen
  • Het geldsysteem reguleert de productie en het gebruik van geld
  • Vertrouwen in het geldsysteem is essentieel voor een goed functionerende economie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Historische gebeurtenissen: tulpencrisis en de crash van Wallstreet
  • Tulpencrisis: periode waarin tulpenbollen extreem duur waren
  • Crash van Wallstreet: grote beurscrash in 1929 die de Grote Depressie inluidde
  • Deze gebeurtenissen illustreren de volatiliteit van economieën en de impact ervan op mensen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van het bijdrukken van geld
  • Bijdrukken van geld kan leiden tot inflatie
  • Het kan de waarde van geld verminderen
  • Dit kan gevolgen hebben voor de prijzen en de koopkracht van mensen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld en maatschappelijke verdeling
  • Geld speelt een rol in de verdeling van middelen in de samenleving
  • Het kan sociale ongelijkheid vergroten of verkleinen
  • De maatschappelijke verdeling van geld is een belangrijk sociaal vraagstuk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De filosofie van Diogenes van Sinoppe over rijkdom en geluk
  • Diogenes van Sinoppe verwerpt rijkdom als bron van geluk
  • Hij benadrukt de basisbehoeften voor geluk, zoals vrijheid en vriendschap
  • Zijn filosofie stelt de waarde van geld in vraag

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
  • Geld: Een ruilmiddel dat algemeen wordt geaccepteerd voor goederen en diensten
  • Geldsysteem: Een systeem dat de productie en het gebruik van geld reguleert
  • Bijdrukken van geld: Het proces waarbij de overheid meer geld creëert, wat kan leiden tot inflatie
  • Maatschappelijke verdeling: De manier waarop middelen, zoals geld, verdeeld zijn in een samenleving
  • Tulpencrisis: Een periode in de Nederlandse geschiedenis waarin de prijzen van tulpenbollen buitensporig hoog waren
  • Crash van Wallstreet: Een grote beurscrash in de VS in 1929 die het begin van de Grote Depressie markeerde
  • Diogenes van Sinoppe: Een Griekse filosoof die bekend staat om zijn verwerping van rijkdom en zijn focus op de basisbehoeften voor geluk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.