H2 Formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

• Je weet verschillende vormen van zinsopbouw te onderscheiden. 
• Je weet hoe je kunt variëren met zinsopbouw. 
• Je kunt een zin maken volgens een gegeven opbouw. 
• Je weet wat leenwoorden zijn. 

H2 Variatie in zinsopbouw

Meeste zinnen hebben van nature de volgende logische opbouw: onderwerp (O), persoonsvorm (P) en een ander zinsdeel (A). 

De opbouw is dan OPA, zoals 'Ik loop naar huis.'

 Varieer door de volgende vormen van zinsopbouw te gebruiken:

• POA: Loop ik naar huis? (vraagzin)
• PA: Loop naar huis. (gebiedende wijs, zonder onderwerp)
• APO: Naar huis, loop ik. 

Wat is de opbouw van onderstaande zin?
Beleef de avonturen van Suske en Wiske.

Wat is de opbouw van onderstaande zin?
Heb je zin in een spannend spel?

Schrijf een zin volgens de opbouw OPA over je schooldag.

Schrijf een zin volgens de opbouw APO over je schooldag.

H2 Spelling

• Leenwoorden: woorden uit een andere taal die we in het Nederlands gebruiken. 
• Denk bij Franse woorden aan de accenten: paté, première, maîtresse.
• Bij Engelse woorden: rechterwoord van samenstelling een voorzetsel? Schrijf dan een koppelteken: sit-up. 

Gebruik het (online) woordenboek voor de juiste spelling! 

Noem 3 woorden die je dagelijks gebruikt, waarvan je denkt/weet dat die van origine niet Nederlands zijn.

Huiswerk morgen

H2 Formuleren opdracht 2

H1 Spelling leenwoorden opdracht 1 en 2