4.2: Tussen de wereldoorlogen (1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Startopdracht: in een tweetal

1. Noteer de oorzaken en de aanleiding voor het uitbreken van WO I.
2. Noteer belangrijke gebeurtenissen over die horen bij het verloop van WO I.
3. Noteer  wat je weet over het einde van WO I en de gevolgen van WO I.

4.2: Tussen de wereldoorlogen (1)

Deze les:

• Afsluiten WO I
• oefenopdrachten
• herhaling politieke stromingen
• leerdoelen + begrippen 4.2
• uitleg: dictatuur in Rusland
• aan de slag met opdrachten 

Aan het einde van deze les:

... heb je laten zien dat je je kennis over WO I kan toepassen in opdrachten.

... heb je laten zien dat je de begrippen van 4.1 kunt toepassen.

... heb je geleerd wat er in 1917 veranderde in Rusland.

... kun je uitleggen wat de begrippen: dictatuur, communisten, staatsgreep, totalitair en planeconomie betekenen.

Oorzaken WO I

Verloop WO I

Einde WO I/ gevolgen

Bij welk begrip uit paragraaf 4.1 past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.

Leg uit dat deze afbeelding over Nederland in WO I gaat, gebruik in je antwoord het begrip: neutraal

4.2: Tussen de wereldoorlogen:

In deze paragraaf leer je: 

1. Hoe Rusland een totalitaire dictatuur werd.
2. Hoe Italië een totalitaire dictatuur werd.
3. Hoe het ging met de economie in de jaren 1920 en 1930
4. Hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.

begrippen: communist, dictatuur, economische crisis, fascisme, indoctrinatie, nationaalsocialisme, nazi, planeconomie, terreur, totalitair.

liberalisme

socialisme

confessionalisme

Rusland 1917:

• slecht met de oorlog tegen Duitsland
• voedseltekorten in steden zorgen voor massale protesten tegen de regering.
• Tsaar (keizer) treed af en er komen verkiezingen, maar het blijft chaos.
• Eind 1917: communisten (radicale socialisten) onder leiding van Lenin plegen een staatsgreep. 

Communisten willen ...

• afschaffing van het kapitalisme, maken van Rusland een dictatuur alleen de communistische partij in naam van de arbeidersklasse had de macht. Alle andere partijen zijn verboden. 
• bevolking onderdrukt met terreur, tegenstanders gevangengezet in strafkampen of gedood.

De Sovjet- Unie:

• 1924: Één grote staat van Rusland en buurlanden die overheerst worden (waaronder Oekraïne)
• onder Stalin: nog hardere onderdrukking
• Communistisch systeem werd totalitair, de overheid wil de samenleving volledig beheersen.
• alle mensen moeten leven volgens de ideeën van het communisme

Onder Stalin:

• sterke industriële mogendheid
• overal werden industriecomplexen gebouwd, mijnen geopend en spoorlijnen en kanalen gebouwd.
• miljoenen boeren werden industriearbeider.
• Er kwam een planeconomie waarbij de overheid bepaalde wat fabrieken en boerderijen produceerden.  

Aan de slag:

• Lees het eerste blokje theorie van paragraaf 4.2
• Maak opdracht 1,2 en 3.
•  Werk het eerste leerdoel van paragraaf 4.2 uit en zorg dat je in je eigen woorden kan uitleggen wat het communisme inhoud.