Klas 2D gymn Freitag, den 18. März 2022

Freitag, den 18. März 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste B 
  • Plauderecke A
  • Grammatik: der Gruppe
  • Aussprache
  • Uhrzeiten
  • Plauderecke B
  • Hören
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Freitag, den 18. März 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste B 
  • Plauderecke A
  • Grammatik: der Gruppe
  • Aussprache
  • Uhrzeiten
  • Plauderecke B
  • Hören
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss

Slide 1 - Diapositive

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 13.2 Seite 70 (schrift)

Slide 2 - Diapositive

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt oefenen met de der-Gruppe.
  • Je weet hoe ch uitgesproken wordt in het Duits.
  • Je kunt zeggen hoe laat het is in het Duits.
  • Je kunt zinnen vertalen in het Duits.
  • Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.

Slide 3 - Diapositive

Wörterliste B   Seite 77
Linker kolom
Wat valt je op?

Slide 4 - Diapositive

Plauderecke A  
Aufgabe 13.1 AB Seite 69-70   +  TB Seite 68
Gezamenlijk luisteren en meelezen Plauderecke A

  • Oefen in tweetallen gesprek Aufgabe 13.2
  • Aantal leerlingen doen het gesprek voor.
  • Denk om uitspraak klinkers!!
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

der-Gruppe
  • Waaruit bestaat de der-Gruppe (groep)?
  • Wat kunt je vertellen over de der-Gruppe?

Slide 6 - Diapositive

(Deze) ..... Hose möchte ich anprobieren.

Slide 7 - Question ouverte

(Sommige) .... Häuser sind schon sehr alt.

Slide 8 - Question ouverte

(Ieder) .... Jahr fährt er in die Schweiz.

Slide 9 - Question ouverte

(Welk) ..... Kugelschreiber schreibt am besten?

Slide 10 - Question ouverte

(Zulke) ..... Zeugnisse sind toll.

Slide 11 - Question ouverte

.... Schlüssel
A
dieser
B
diese
C
dieses
D
diese (mv)

Slide 12 - Quiz

.... Stift
A
welcher
B
welche
C
welches
D
welche (mv)

Slide 13 - Quiz

..... Hausaufgaben
A
aller
B
alle
C
alles
D
alle (mv)

Slide 14 - Quiz

..... Gymnasium
A
mancher
B
manche
C
manches
D
manche (mv)

Slide 15 - Quiz

Aussprache    Seiten 68-69
Aufgabe 12.1 
Aufgabe 12.2 

Slide 16 - Diapositive

Uhrzeiten
Wie spät ist es? 



Aufgabe 14.3 Seite 73

Slide 17 - Diapositive

Plauderecke B  Seite 75
Aufgabe 15.1
Anhören  Textbuch bron 15

  • Aufgabe 15.2 Sprechen
  • Vertaal de zinnen in het Duits in je schrift!!
  • Klaar: Wörterlisten leren, Plauderecken leren,
  • Bespreken Aufgabe 15.2
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Hören   Seite 71
Aufgabe 13.4 
AG's => wat zijn dit?

Slide 19 - Diapositive

Hausaufgaben: 
Lernen: Plauderecke A+B Seite 68 TB
Lernen: Wörterliste A+B Seite 76-77
Lernen: Grammatik A+B +C Seiten 75-76  + aantekeningen (in stam e en in stam a + aantekeningen der-Gruppe)

Machen:
 Aufgabe 16.1 Seite 77 + TB bron 16



Plauderecke B Aufgabe 15.1 15.2 Seite 75

Slide 20 - Diapositive

Grammatik: der-groep
der-groep bestaat uit: 
  • der die das die (bepaalde lidwoorden)
  • dies-            - deze/dit
  • jed-              - ieder/elk
  • manch-      - menig-/sommige
  • all-                - alle
  • solch-         - zulk/zo’n
  • welch-        - welk

Slide 21 - Diapositive

Grammatik: der-groep
dies- , jed-, manch-, all-, solch- en welch-
-> willen lijken op de lidwoorden: der die das die

1e stap: Wat is het lidwoord?

Zie schema

Slide 22 - Diapositive

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 75 sterke werkwoorden met e in stam

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie

Slide 23 - Diapositive

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. geben -> geen ie => i
  3. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m 
  4. nehmen -> geen ie => dus du nimmst/ er/sie/es/man nimmt
  5. treten -> geen ie => i
  6. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t   
       du trittst    dus niet => tritest
       er/sie/es/man tritt   dus niet => tritet

Slide 24 - Diapositive

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 25 - Diapositive