Brugklas préparation au test chapitre 0 et 1 (A B + gram H) et chiffres ) + gram. D

1 / 15
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

COMBINEZ:
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 2 - Question de remorquage

2. Het Franse persoonlijk voornaamwoord voor 'ik' heeft 2 vormen:
je & j'
A
VRAI (goed)
B
FAUX (fout)

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het persoonlijk voornaamwoord: Nous
A
Wij
B
Jullie
C
U
D
Hij

Slide 4 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?? Het persoonlijk voornaamwoord.
Sleep het Nederlandse pers.vnw. naar het goede Franse pers.vnw.
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
ik
jij
hij
zij
wij
wij
zij mv.
zij mv.
jullie

Slide 5 - Question de remorquage

Test
            Welke lidwoorden zijn er in het Frans?
lidwoorden (FR)

Slide 6 - Carte mentale

Vertaal in het Nederlands:
les devoirs

A
de woorden
B
het huiswerk
C
de boeken

Slide 7 - Quiz

Vertaal in het Nederlands:
l' ordinateur
A
de computer
B
de pen
C
de school

Slide 8 - Quiz

Vertaal in het Frans:
zaterdag
A
dimanche
B
lundi
C
samedi
D
mardi

Slide 9 - Quiz

Vertaal in het Frans:
Hallo en tot ziens
A
merci c' est
B
bonjour au revoir

Slide 10 - Quiz

Vertaal in het Frans:
de jongen en het meisje
A
le garçon et le livre
B
la page et aujourd'hui
C
la fille et l' école
D
le garçon et la fille

Slide 11 - Quiz

Vertaal:
Il a un chien et un chat
A
Hij heeft een broer en een zus
B
Hij heeft een hond en een kat

Slide 12 - Quiz

vertaal :
eet smakelijk
A
bon appétit
B
j' aime le poisson
C
on reste ici

Slide 13 - Quiz

vertaal:
Ik woon in Bilthoven
A
j' aime Bilthoven
B
j' habite à Bilthoven
C
on joue à Bilthoven

Slide 14 - Quiz

vertaal:
dix-sept
cinq
A
7 5
B
15 7
C
17 5
D
17 7

Slide 15 - Quiz