Les 6: hoofdstuk 6: Huisvesting

Hoofdstuk 6: Huisvesting
IBS 4: Boerderij

MBO niveau 2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6: Huisvesting
IBS 4: Boerderij

MBO niveau 2

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je kan na instructie eenvoudig onderhoud en herstelwerkzaamheden aan dierenverblijven uitvoeren.

Slide 2 - Diapositive

Materialen
  • afrastering
  • verbindingen
  • gereedschappen

Slide 3 - Diapositive

Afrastering
Afhankelijk van het diersoort (kooi, weide, gaas).

Houten palen:
  • geïmpregneerd
  • 1/3e de grond in
  • gebruik van te voren een grondboor
  • gat dichtgooien met grond
  • spandraad en spanners 
  • eventueel stroomdraad: gladdraad en isolatoren



Slide 4 - Diapositive

Zet de juiste benaming onder de onderdelen.
schroef
bout
moer
spijker

Slide 5 - Question de remorquage

Verbindingen
2 materialen aan elkaar verbinden

  • schroef
cilindervormig deel met kop
schroevendraaier 
  • bout
inbus (zeszijdig gat) of torx (zespuntig, stervormig gat)
  • moer 
ringsleutel of steeksleutel
  • draadnagel / spijker
hamer of spijkermachine/tacker(nietpistool)/

Slide 6 - Diapositive

schroevendraaier kruiskop
platte schroevendraaier
inbus
torx
ringsleutel
tacker

Slide 7 - Question de remorquage

Gereedschappen
  • handgrondboor
  • hamers
gewone hamer / klauw hamer / rubberen hamer (tegels leggen)
  • schroevendraaier
rechtsom = vast, linksom = los
  • zaag
ijzerzaag / handzaag (hout) / figuurzaag / decoupeerzaag
  • tang
waterpomptang / (zij)kniptang / knijptang / combinatietang / 
  • sleutels
ringsleutel / steeksleutel / bahco / inbussleutel


Slide 8 - Diapositive

decoupeerzaag
gewone hamer
figuurzaag
rubber hamer
handzaag
klauwhamer
ijzerzaag

Slide 9 - Question de remorquage

Wat kun je met een klauwhamer wat je met een gewone hamer niet kunt?

Slide 10 - Question ouverte

Waarvoor gebruik je een rubberen hamer?

A
spijkers in houten voorwerpen te slaan
B
geklemde spijkers uit een voorwerp halen
C
leggen van tegels

Slide 11 - Quiz

ringsleutel
steeksleutel
knijptang
combinatietang
bahco
waterpomptang
(zij)kniptang
inbussleutel

Slide 12 - Question de remorquage

Wat kun je met een bahco doen?
A
voorwerp stevig vastpakken en verbuigen
B
bouten losdraaien
C
voorwerpen snijden/knippen
D
spijkers uit hout halen

Slide 13 - Quiz

Noem de verschillen tussen een
hooivork en een mestvork.

Slide 14 - Carte mentale

Gereedschap voor in het gebouw en omgeving
  • Bezem (hard/zacht)
  • handveger en blik
  • schrobber
  • ragebol
  • mestkrabber
  • voegenkrabber
  • kruiwagen
  • bladhark
  • hooivork (lange steel, 2 of 3 tanden)
  • mestvork (korte steel met handvat, 4  of meer tanden)
  • spade (stevig, rechthoekig blad)
  • schep / schop / bats 




Slide 15 - Diapositive

handveger en blik
harde bezem
zachte bezem
schrobber
mestkrabber
voegenkrabber
ragebol

Slide 16 - Question de remorquage

schop
bladhark
kruiwagen
hooivork
mestvork
spade

Slide 17 - Question de remorquage

Waar kan je het beste de grond mee omspitten?
A
spade
B
bats
C
bladhark
D
schep

Slide 18 - Quiz

Geef voorbeelden van ongedierte.

Slide 19 - Carte mentale

Ongedierte

Slide 20 - Diapositive

Hoe kun je de aanwezigheid van ratten en muizen zien op het bedrijf?

Slide 21 - Question ouverte

Ratten en muizen
Waarom ongewenst:
  • voedselvoorraden vervuilen
  • isolatiematerialen, leidingen en kabels aanvreten
  • ziektes overbrengen 

Herkennen:
  • Voetsporen of sleepsporen van de staart
  • ‘Buiksmeer’ op veel belopen paden
  • Knaagsporen op bijv. leidingen, kabels en isolatiemateriaal
  • Knaagsporen aan voersopslag
  • Uitwerpselen


Slide 22 - Diapositive

Ratten en muizen bestrijden
  • muizen / ratten klemmen
  • lokaas in een voerkist (op de grond)
  • lokaas in een voerpot (in het plafond)
  • elektronische val

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe kan je muizen en ratten voorkomen?

Slide 25 - Carte mentale

Muizen en ratten voorkomen

Hygiënische maatregelen:
  • voerresten en rommel op ruimen
  • afsluitbare voer- en afvalbakken
  • Materialen niet in de stal of dierverblijven opslaan

Met de bouw van dierverblijven:
  • Goed sluitende deuren
  • Doorvoeropeningen van leidingen in de buitenmuren afsluiten
  • Gaas voor ventilatieopeningen plaatsen
  • De golven van het dak afdichten met gaas of roestvrijstaal plaatwerk
  • Kabelgoten goed dichten

Maatregelen voor op het erf:
  • Het erf goed onderhouden en schoon houden
  • Geen begroeiing tegen de stal of dierverblijven planten (tenzij het diersoort hierom vraagt uiteraard)
  • Het erf een meter rondom de stal verharden of grof grint op worteldoek aanbrengen
  • Geen materialen rond en tegen de stal opslaan

Slide 26 - Diapositive

Vliegen
Grote aantallen vliegen zijn vaak hinderlijk voor mens en dier. 
  • dieren worden onrustig en presteren dan vaak minder goed
  • overal uitwerpselen (kleine zwarte puntjes)
  • dragen ook altijd bacteriën bij zich en verspreiden zo ziekten
  • leggen eitjes in vochtig, rottend materiaal (bijv. mest): maden

Preventieve maatregelen:
  • Gemorst voer en dergelijke gelijk op te ruimen
  • Leeggekomen verblijven gelijk goed te reinigen
  • Voer in afgesloten bakken houden
  • Elke dag de voer- en drinkbakken schoon maken

Slide 27 - Diapositive

Inrichting dierenverblijf
Bij de keuze van materialen moet vooral worden gelet op:
1. Onderdeel van het verblijf:
  •  Binnen verblijf
  • Buitenverblijf/afrastering
  • Voer- en watervoorziening
2. Veiligheid
3. Duurzaamheid ( wil zeggen: duurzame/ natuurlijke materialen. Dit betekent dat de materialen lang mee gaan, minder schadelijk voor het milieu, duurzaam zijn geproduceerd, recyclebaar zijn of de natuur levert deze zelf aan)
4. Kosten
5. Uitstraling

Slide 28 - Diapositive

Waar moet een goede
bodembedekking aan voldoen?

Slide 29 - Carte mentale

Bodembedekking

  • Veilig: het mag niet giftig zijn voor de dieren en mag niet te veel absorberen (dodelijke sponseffect in de maag)
  • Goed absorberend:  opnemen van vocht en de urine en het wegnemen van vieze geurtjes
  • Niet stoffig: zowel bij normaal gebruik als bij het opstrooien mag er niet te veel stof
vrijkomen
  • Qua structuur niet irriterend: Moet aangenaam aanvoelen.
  • Milieuvriendelijk: Weinig tot geen schadelijke ingrediënten
voorbeelden:
  • Houtvezel
  • Beukensnippers
  • Maïsproducten
  • Aubiose
  • Hennepvezel
  • Hooi
  • Stro
  • Katoenproducten
  • Kattenbakkorrels
  • Geperste korrels
  • Zand
  • Papierstrookjes

Slide 30 - Diapositive

Hoofdstuk 7: Gedrag en Welzijn
IBS 4: Boerderij

MBO niveau 2

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen
  • De leerling kent de vijf vrijheden van Brambell
  • De leerling kan aan de hand van het Quality Welfare systeem, objectief dierenwelzijn bepalen in een bepaalde situatie. 
  • De leerling kan omschrijven wat er wordt verstaan onder natuurlijk gedrag van de boerderijdieren.
  • De leerling kan uitleggen waardoor afwijkend gedrag bij dieren kan ontstaan. 
  • De leerling kan de stress-signalen van de boerderijdieren benoemen.

Slide 32 - Diapositive

De 5 vrijheden van Brambell
  • Vrij van dorst, honger en onjuiste voeding
  • Vrij van fysiek en fysiologisch ongemak
  • Vrij van pijn, verwonding en ziektes
  • Vrij van angst en chronische stress
  • Vrij om zijn soorteigen gedrag te vertonen

Stress= niet kunnen aanpassen aan de omgeving
Soms is de gezondheid van een dier in strijd met het dierenwelzijn 
Houd rekening met welzijn bij stalinrichting!

Slide 33 - Diapositive

Equality Welfare systeem

Slide 34 - Diapositive

Wat is stereotiep gedrag?
A
Afwezigheid van gedrag
B
Gedrag zonder duidelijk doel of functie
C
Heel erg luid gedrag zoals schreeuwen
D
Gedrag dat natuurlijk is

Slide 35 - Quiz

Stereotiep gedrag
  • Gedrag zonder duidelijk doel of functie dat steeds herhaald wordt. 
  • Ontstaat door stress en/of verveling, omdat dier natuurlijk gedrag niet kan vertonen.

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag!
  • Lezen en maken hoofdstuk 7 (blz. 44) 
  • Lezen en maken hoofdstuk 9 (blz. 53)

  • Leeractiviteit 4.16 (in tweetallen, blz. 42)
  • Leeractiviteit 4.17 (in tweetallen, blz. 43)
 

Slide 37 - Diapositive