Rekenen NU PW/OA 9.2 Tijd
Hoofdstuk 9 - tijd
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 9 - tijd
Slide 1 - Diapositive
Mededelingen OA2
Gebruik REKENMACHINE toegestaan!
Route n.a.v. instaptoets; wie verwacht ik bij de extra rekenlessen de komende tijd?
85% of hoger = zelfstandig werken tijdens de les aan paragraaf 6 en de examenopdrachten
60% of hoger = zelfstandig werken tijdens de les aan paragraaf 1 t/m 6
Minder dan 60% = uitleg volgen en paragraaf 1 t/m 6 maken.
Minder dan 40% = uitleg volgen, paragraaf 1 t/m 6 maken en de 'rekenen-niveau' - les volgen!
Hoe ontstaat je cijfer voor deze periode? Cijfer toets H9 + opdrachten H9 hebben gemaakt.
- Minimaal 55% behaald voor paragraaf 9.1 t/m 9.6 = 1 punt extra
- Min 85% op instaptoets = alleen 9.6 + examenopdrachten maken.
Slide 2 - Diapositive
Hoofdstuk 9 - Verschillende maten
9.1 Gewicht
9.2 Tijd
9.3 Andere maten en voorvoegsels
9.4 Maateenheden toepassen en meetinstrumenten
9.5 Referentiematen
9.6 Gemengde opdrachten
Oefentoets Hoofdstuk 9
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel 9.2 - Tijd
- Je leert tijdseenheden omrekenen.
- Je leert het tijdverschil tussen twee tijden berekenen.
- Je leert tijd omrekenen.
Slide 4 - Diapositive
Tijdseenheden
Je kunt tijd uitdrukken in verschillende eenheden, zoals:
-
-
-
-
Welke kun je allemaal benoemen?
Slide 5 - Diapositive
Tijdseenheden
Je kunt tijd uitdrukken in verschillende eenheden, zoals:
- eeuwen
- jaren
- minuten
- seconden
- uren
- maanden
- dagen
- etc...
Slide 6 - Diapositive
Gewichtsmaten
1 eeuw = jaar
1 jaar = maanden
1 jaar = dagen
1 jaar = kwartalen
1 kwartaal = maanden
1 kwartaal = weken
1 week = dagen
1 maand = dagen
februari = dagen
1 etmaal = uur
1 dag = uur
1 uur = minuten
1 kwartier = minuten
1 minuut = seconden
Tweetallen - vul in...
timer
1:30
Slide 7 - Diapositive
Rekenen met tijd
Bij het noteren van tijdsduur gebruik je een dubbele punt tussen uren, minuten en seconden.
Een deel van een uur, minuut en seconde noteer je na een komma in tienden, honderdsten of duizendsten.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld
Edwin van der Sar liep de New York Marathon in 04:19:15.
Hoeveel minuten liep hij?
Reken ook de seconden om in minuten!
timer
2:00
Slide 9 - Diapositive
Antwoord
Edwin van der Sar liep de New York Marathon in 04:19:15.
Hoeveel minuten liep hij?
Hij liep 4 uur, 19 minuten en 15 seconden.
Dat is 4 x 60 + 19 + 15 : 60 = 259, 25 minuten.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld
José vertrekt met de bus om 19:12 vanuit Hengelo naar Leeuwaren. De reis duurt 1 uur en 56 minuten.
Hoeveel seconden duurt de reis?
Hoe laat komt José aan in Leeuwarden?
timer
1:30
Slide 11 - Diapositive
Antwoord
José vertrekt met de bus om 19:12 vanuit Hengelo naar Leeuwaren. De reis duurt 1 uur en 56 minuten.
Hoeveel seconden duurt de reis?
116 minuten x 60 sec. = 6960 seconden
Hoe laat komt José aan in Leeuwarden?
21:08 uur (19:12 + 2 uren = 21:12 - 4 minuten = 21:08 uur)
Slide 12 - Diapositive
Tijdsaanduiding op een klok
De analoge klok gaat van 0 tot 12 uur.
De digitale klok heeft een 12-uurs of een 24-uursnotatie.
Bij de 12-uurs notatie worden de afkortingen AM (voor de middag) en PM (na de middag) gebruikt.
De tijdsvak van AM duurt van 12 uur ‘s nachts tot 12 uur ‘s middags.
De tijdsvak van PM duurt van 12 uur ‘s middags tot 12 uur ‘s nachts.
Ezelsbrug 1: PM: Passeerde de Middag. En als je dat weet, weet je al direct dat AM de middag nog moet passeren.
Ezelsbrug 2: alfabetisch - De A staat eerder in het alfabet, dus AM is eerder dan PM.
Slide 13 - Diapositive
Tijdsaanduiding op een klok
Slide 14 - Diapositive
AM
PM
Slide 15 - Diapositive
Oefenen
Deze foto is in de avond gemaakt.
1. Noteer de tijd in de digitale 24-uurs
notatie.
2. Noteer de tijd in de digitale 12-uurs notatie.
.................. PM/AM
Slide 16 - Diapositive
Oefenen
Deze foto is in de avond gemaakt.
1. Noteer de tijd in de digitale 24-uurs
notatie. 22:10
2. Noteer de tijd in de digitale 12-uurs notatie.
10:10 PM
Slide 17 - Diapositive
Oefenen
Een vliegtuig vertrekt om 12:30 vanuit Nederland naar New York en landt om 14:30 New Yorkse tijd, in New York.
De Nederlandse tijd loopt 6 uur voor op de tijd in New York.
Hoeveel minuten duurde deze vlucht?
timer
2:00
Slide 18 - Diapositive
Oefenen
Een vliegtuig vertrekt om 12:30 vanuit Nederland naar New York en landt om 14:30 New Yorkse tijd, in New York.
De Nederlandse tijd loopt 6 uur voor op de tijd in New York.
Hoeveel minuten duurde deze vlucht?
06:30 - 14:30 = 8 uren x 60 minuten = 480 minuten
Slide 19 - Diapositive
Oefenen
Wat is het verschil in uren en minuten?
Hoeveel minuten is dit?
timer
2:00
Slide 20 - Diapositive
Antwoord
Wat is het verschil in uren en minuten? 4 uur en 42 minuten
Hoeveel minuten is dit? 282 minuten
Slide 21 - Diapositive
Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 9.2
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in NU, vragen aan docent
Tijd
Overige lestijd + evt. thuis afmaken
Klaar?
rekenvaardigheid
timer
20:00
