Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Sociaal maatschappelijke dimensie
Thema 1 Cultuur & Identiteit
Hoofdstuk 1 cultuur
Hoofdstuk 2 Identiteit
Hoofdstuk 3 gedrag
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Cultuur
Wat is een cultuur?
Het geheel van kenmerken, normen en waarden van een groep mensen.
Wat hebben gewoonten met cultuur te maken?
Bestaat ‘de Nederlandse cultuur’?
Slide 2 - Diapositive
Cultuur is het geheel van kenmerken, normen en waarden van een groep mensen. Voorbeelden: het Sinterklaasfeest vieren, Suikerfeest vieren, het Diwali / lichtjesfeest vieren, een bepaalde kerk of moskee bezoeken, trakteren op je verjaardag, drie zoenen bij een begroeting van vrienden, pepernoten strooien, tompoezen eten met Koningsdag, met de fiets naar school, smartlappen.
Een gewoonte is iets wat je vaak op dezelfde manier doet, omdat je dat zo gewend bent. In een cultuur delen mensen gewoonten met elkaar.
Bestaat ‘de Nederlandse cultuur’?
Er zijn verschillende ideeën over wat de Nederlandse cultuur precies inhoudt:
Sommige Nederlanders hechten veel waarde aan bepaalde dingen die voor anderen minder belangrijk zijn.
Mensen die een cultuur delen, begrijpen elkaar vaak beter.
Een gemeenschappelijke cultuur zorgt voor verbondenheid
Slide 3 - Diapositive
Wat blijkt uit de cartoon over de rol van cultuur? Als je een cultuur deelt begrijp je elkaar vaak beter dan wanneer je de cultuur van een ander niet kent.
Mensen die een gemeenschappelijke cultuur hebben, delen bepaalde normen, waarden en gewoonten. Dat zorgt voor verbondenheid.
Dominante cultuur
De cultuur in een land die door de meeste mensen wordt gedeeld
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de dominante cultuur in Nederland
Slide 5 - Carte mentale
Vrijheid
op tijd komen
koningsdag
Direct zijn
Zuinigheid
Subcultuur
Een cultuur van een bepaalde groep mensen, met andere kenmerken en gebruiken dan de dominante cultuur.
Slide 6 - Diapositive
Een subcultuur kan te maken hebben met:
je afkomst of het land waar je woont (Antilliaans-Nederlands, Turks-Nederlands, Marokkaans-Nederlands);
je interesses, denk aan sport of muziek (voetbal-subcultuur, hiphop-subcultuur).
Je kunt je verbonden voelen met de dominante cultuur en tegelijkertijd met verschillende subculturen.
Subculturen in Nederland
Slide 7 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Religie
Een geloof waarbij een of meer goden centraal staan
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Identiteit
Het geheel van eigenschappen dat jou tot een uniek persoon maakt
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Aangeboren
huidskleur
lengte
kleur ogen
Aangeleerd
met bestek eten
gitaar kunnen spelen
kunnen lezen en schrijven
muzieksmaak
goed kunnen voetballen
zelfvertrouwen hebben
Slide 10 - Diapositive
Aangeboren eigenschappen heb je vanaf je geboorte.
Aangeleerde eigenschappen vormen zich tijdens je leven.
Veel eigenschappen zijn deels aangeboren en deels aangeleerd.
Welke eigenschappen horen bij jouw identiteit? Zijn deze eigenschappen aangeboren, aangeleerd of deels aangeboren en deels aangeleerd?
Referentiekader
Het geheel van waarden, normen en uitgangspunten op basis waarvan je naar de wereld kijkt.
Je referentiekader verandert voortdurend.
Slide 11 - Diapositive
Je referentiekader bepaalt hoe je je gedraagt.
Voorbeeld van een verandering in je referentiekader:
Je verhuist van het platteland naar de stad en gaat door de nieuwe omgeving en nieuwe ervaringen anders over dingen denken.