Herhaling thème 4

Voca

1 / 41

Slide 1: Diapositive

FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voca

Slide 1 - Diapositive

Dans ce cours...

Vouloir en pouvoir in de présent en passé composé
Imparfait
Bijwoord

Slide 2 - Diapositive

Verbes vouloir et pouvoir

Weet je nog hoe je de werkwoorden vouloir en pouvoir moet vervoegen in de présent en de passé composé?

Slide 3 - Diapositive

vous - vouloir - présent

Slide 4 - Question ouverte

je - vouloir - passé composé

Slide 5 - Question ouverte

tu - vouloir - présent

Slide 6 - Question ouverte

ils - vouloir - passé composé

Slide 7 - Question ouverte

nous - vouloir - présent

Slide 8 - Question ouverte

Léa - vouloir - passé composé

Slide 9 - Question ouverte

je - pouvoir - présent

Slide 10 - Question ouverte

vous - pouvoir - passé composé

Slide 11 - Question ouverte

mes frères - pouvoir - présent

Slide 12 - Question ouverte

tu - pouvoir - passé composé

Slide 13 - Question ouverte

elle - pouvoir - présent

Slide 14 - Question ouverte

nous - pouvoir - passé composé

Slide 15 - Question ouverte

Imparfait?

Weet je nog hoe je de werkwoorden in de imparfait moet vervoegen?

Slide 16 - Diapositive

Wat is de imparfait?

Slide 17 - Question ouverte

Leg de regel van de imparfait uit.

Slide 18 - Question ouverte

Vervoeg:
elle - donner

Slide 19 - Question ouverte

Vervoeg:
Sarah et Manon - vouloir

Slide 20 - Question ouverte

Vervoeg:
vous - choisir

Slide 21 - Question ouverte

Vervoeg:
tu - faire

Slide 22 - Question ouverte

Vervoeg:
nous - avoir

Slide 23 - Question ouverte

Vervoeg:
je - cuisiner

Slide 24 - Question ouverte

Vervoeg:
mon ami - pouvoir

Slide 25 - Question ouverte

Vervoeg:
ils - être

Slide 26 - Question ouverte

Vervoeg:
il - aller

Slide 27 - Question ouverte

Vervoeg:
elles - finir

Slide 28 - Question ouverte

Adverbe

Weet je nog hoe je een bijwoord maakt van een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 29 - Diapositive

Maak het bijwoord van: mauvais

Slide 30 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: correct

Slide 31 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: attentif

Slide 32 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: facile

Slide 33 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: violent

Slide 34 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: malheureux

Slide 35 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: lent

Slide 36 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: rapide

Slide 37 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: bon

Slide 38 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: fort

Slide 39 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: suffisant

Slide 40 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: meilleur

Slide 41 - Question ouverte