05.01

wat heb je nodig om te overleven?
Zaken die je tenminste nodig hebt om te overleven=primaire levensbehoeften

drinkwater
voedsel
onderdak
kleding
medische hulp
(elektriciteit)
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

wat heb je nodig om te overleven?
Zaken die je tenminste nodig hebt om te overleven=primaire levensbehoeften

drinkwater
voedsel
onderdak
kleding
medische hulp
(elektriciteit)

Slide 1 - Diapositive

Energie
Belangrijk: 
1) Energie zit in stoffen, het bestaat niet uit stof
2)Energie kan een andere vorm aannemen
3) Warme lucht bevat meer energie dan koude lucht
4)In een bewegende voorwerp zit energie 



Slide 2 - Diapositive

Iets dat energie bezit noem je een energiebron.

Slide 3 - Diapositive

5 (vijf) soorten energie.
- Bewegingsenergie,
- Warmte energie,
- Chemische Energie,
- Stralingsenergie,
- Elektrische energie

Slide 4 - Diapositive

Elektrische energie
De energie die een apparaat krijgt via het stopcontact is elektrische energie. Apparaten hebben dit nodig om een bepaalde taak uit te voeren.
 Hierbij wordt er altijd energie omgezet in een andere soort energie

Voorbeeld:. Een beeldscherm van een computer heeft elektrische energie nodig, maar zet dit tegelijkertijd om in warmte. Voel maar eens dicht bij je scherm.

Volgens de wet op het behoud van energie gaat er zelfs nooit energie verloren. Het grote probleem hiervan is dat het wordt omgezet in een andere soort energie, die misschien niet bruikbaar is.

Slide 5 - Diapositive

Chemische energie
Energie die vrijkomt door een chemische reactie. 

Denk maar aan een barbecue. Door de verbranding komt er warmte vrij, waardoor het vlees op de barbecue geroosterd wordt. 

Je avondeten van gisteren bevat chemische energie. Dit komt vrij wanneer het verteerd wordt. 

voorbeelden zijn:hout/benzine/elektrolyt(batterij)/voedsel

Slide 6 - Diapositive

Bewegingsenergie
Doormiddel van beweging wordt energie omgezet in een ander vorm.

Voorbeeld van een fietser;
Door het trappen (bewegingsenergie) ontstaat er een  ''draaiing  van de dynamo'', de energie wordt dan omgezet in licht (elektrische energie)

 Windmolens en waterkrachtcentrales werken ook op deze manier

Slide 7 - Diapositive

Warmte energie
Doormiddel van warmte wordt energie omgezet in een ander vorm.

Bijvoorbeeld bij het koken van ''water''
de verandering die optreed is: van ijs naar water, van water naar damp of van vast naar gas.

Slide 8 - Diapositive

Stralingsenergie
Doormiddel van straling wordt energie omgezet in een andere vorm.
Een voorbeeld hiervan is het licht dat uit de gloeilamp (stralingsenergie)  komt, dit wordt door elektrische energie opgewekt. 

Een ander voorbeeld is de verwarming.Als je deze aanzet wordt het water in de verwarming opgewarmt en vervolgens warmt de hele kamer op (stralingsenergie).

Maar ook zonlicht (stralingsenergie)  dat wordt opgevangen door zonnecollectoren,  kan het worden omgezet in elektrische energie. 

Zonne-energie is dus ook stralingsenergie. 

Slide 9 - Diapositive

Fotosynthese
Een voorbeeld van stralingsenergie is de zon
(fossiel gebruik)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

formule fotosynthese

Slide 12 - Diapositive

5 (vijf) soorten energie.
- Bewegingsenergie,
- Thermische energie,
- Chemische Energie,
- Stralingsenergie,
- Elektrische energie
Herken jij ze in de volgende vragen?

Slide 13 - Diapositive

Welke energieomzetting vindt er plaats in een stromende rivier?
A
hoogte energie-> bewegingsenergie
B
bewegingsenergie --> elektrische energie
C
bewegingsenergie --> hoogte energie

Slide 14 - Quiz

De energieomzetting in een batterij is
A
van chemische energie naar stralingsenergie
B
van hoogte energie naar bewegingsenergie
C
van chemische energie naar elektrische energie
D
van elektrische energie naar chemische energie

Slide 15 - Quiz


A
Chemische energie
B
Stralingsenergie
C
Elektrische energie
D
Warmte energie

Slide 16 - Quiz


A
Chemische energie
B
Stralingsenergie
C
Bewegingsenergie
D
Elektrische energie

Slide 17 - Quiz


A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Bewegingsenergie

Slide 18 - Quiz


A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie

Slide 19 - Quiz


A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie

Slide 20 - Quiz

Als hout verbrand wordt? dan..
A
Warmte omgezet in chemische energie
B
Chemische energie omgezet in licht
C
Warmte omgezet in licht
D
Chemische energie omgezet in warmte

Slide 21 - Quiz

Welke energievorm zit er in voedsel?
A
chemische energie
B
bewegingsenergie
C
stralingsenergie
D
elektrische energie

Slide 22 - Quiz

Welke energievorm zit er in de zon?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
elektrische energie
D
bewegingsenergie

Slide 23 - Quiz

Welke 3 fossiele brandstoffen ken jij?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 
Het rendement is nooit 100%

Slide 26 - Diapositive

Wat is de grootste nadeel van het verbranden van fossiele brandstoffen.
A
broeikaseffect
B
aardbevingen
C
tsunami
D
orkanen

Slide 27 - Quiz

Welke energievorm zit er in een brandstof?
A
elektrische energie
B
chemische energie
C
warmte
D
bewegingsenergie

Slide 28 - Quiz

Welke energie-omzetting vindt er plaats in een dynamo?
A
chemische energie -> licht
B
bewegingsenergie -> chemische energie
C
chemische energie -> bewegingsenergie
D
bewegingsenergie -> elektrische energie

Slide 29 - Quiz

ik vond deze les

Slide 30 - Question ouverte