tragen en schlafen Teil I

Was weißt du schon?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Was weißt du schon?

Slide 1 - Diapositive

du hast
ich darf
ihr seid
er macht
ihr redet
dürfen
haben
sein
reden
machen

Slide 2 - Question de remorquage

Vertaal in het Duits:
1 ik maakte (machen) 2 jij had (haben)
3 hij was (sein) 4 jullie praatten (reden)

Slide 3 - Question ouverte

schlafen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

ik slaap= ich …..
A
schlafe
B
schläfe

Slide 6 - Quiz

jij slaapt = du ……...
A
schläfst
B
schlafst

Slide 7 - Quiz

hij slaapt = er ……..
A
schlaft
B
schläft

Slide 8 - Quiz

u slaapt = Sie …….
A
schlafen
B
schläfen

Slide 9 - Quiz

* Bij schlafen  
 bij de du & er/sie/es vorm een Umlaut.
* werkwoorden waarbij dit ook zo is: 
- einladen   - fahren    - halten       - lassen       
- laufen      - fallen       - schlagen  - tragen
    
Buch Seite 16 

Slide 10 - Diapositive

Maria ….. am liebsten eine Jacke.
A
tragen
B
tragt
C
trägt
D
trägst

Slide 11 - Quiz