Deel B

Functioneel ontwerp
  • uitgewerkt plan met alle onderdelen van je game
  • het bestaat vaak uit tekst, maar ook tekeningen kunnen toegevoegd worden
  • dat maakt het geheel duidelijk
  • heeft een paar vaste onderdelen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Functioneel ontwerp
  • uitgewerkt plan met alle onderdelen van je game
  • het bestaat vaak uit tekst, maar ook tekeningen kunnen toegevoegd worden
  • dat maakt het geheel duidelijk
  • heeft een paar vaste onderdelen.

Slide 1 - Diapositive

Onderdelen functioneel ontwerp
  1. inleiding                     je beschrijft waarom je iets gaat maken
  2. concept                      kort en krachtige samenvatting van je idee
  3. doel                              wat is het doel van je spel?
  4. doelgroep                  beschrijf aan voor welke doelgroep de game is
  5. functionaliteiten     beschrijf hoe je game werkt (waar moet ik op klikken)
  6. scenario                     maak het script-beschrijf wat er allemaal gebeurt
  7. structuur                    overzicht van alle velden en karakters (Wireframe                                                  mockup of flowchart => bouwtekening van je game
  8. design                         welke vorm, kleuren en stijl gebruik je

Slide 2 - Diapositive

Functionaliteiten
Met functionaliteiten wordt bedoeld hoe iets werkt/ welke handelingen moet je doen?
  • Houd het simpel
  • Zorg ervoor dat alle functionaliteiten op de juiste manier werken.

Gebruik daarvoor onderstaande vragen:
1. Hoe werkt je spel?
2. Wat zijn je acties in het spel?
3. Hoe moet je het spelen?
4. Welke tekst en afbeeldingen of animaties ga je gebruiken?

Slide 3 - Diapositive

Scenario & Flowchart
  • je beschrijft hoe een speler door het spel gaat. 
  • wat gebeurt er in de verschillende levels? 
  • wat zijn de obstakels? 
  • welke bonussen? 
  • beschrijf hoe een speler punten of beloningen verdient. 
  • wat doe je om spelers aan te moedigen om door te spelen?

Slide 4 - Diapositive

voorbeeld flowchart

Slide 5 - Diapositive

Script
  • script -> volledige (geschreven) uitwerking van een game, wat de   personages zeggen en wat ze doen.
  • beschrijf je alle zichtbare en hoorbare zaken die er voor de game toe doen. 
  • voor je script gebruik je al de onderdelen van het functioneel ontwerp die je al hebt bedacht, ook gebruik je je flowchart.

 

Slide 6 - Diapositive

Storyboard
  • Een storyboard is een verzameling van uitgetekende scenes. 
  • Het geeft in grote lijnen weer hoe de game eruitziet. 
  • Je tekent het hele spel uit. Scherm voor scherm. Net als een stripverhaal. 
  • Dit storyboard kun je later gebruiken bij het programmeren. 
  • Je gebruikt bij elke scene je script
  • je hoeft niet goed te  kunnen tekenen (harkpoppetjes zijn voldoende)
  • Je kunt een storyboard ook digitaal maken.

Slide 7 - Diapositive

Tips voor een goed storyboard
  1. Gebruik genoeg beelden.
  2. Het gaat niet om de details in de tekeningen (schetsen zijn prima).
  3. Vermeld nummers.
  4. Gebruik pijlen tussen beelden.
  5. Wees duidelijk met je script (beschrijvingen).
  6. Gebruik niet te veel tekst.

Slide 8 - Diapositive

Moet je goed kunnen tekenen om een storyboard te kunnen maken?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee dit is niet nodig

Slide 9 - Quiz

Schetsen
  • Een schets is een niet-uitgewerkte tekening
  • Vaak bedoeld om iets op een eenvoudige manier duidelijk te maken. 
  • Soms krijg je de schetsen aangeleverd van de opdrachtgever. 
  • Een schets kan op papier of digitaal, in kleur of juist in grijstinten gemaakt worden. 
  • Zolang de schets maar duidelijk is.


Slide 10 - Diapositive

Schetsen
  • Je maakt eerst schetsen van de verschillende objecten in het spel (karakters, achtergronden en hindernissen
  • daarna ga je deze schetsen omzetten in mooie digitale tekeningen. 
  • Je noemt al deze objecten in games ook wel sprites.  

Slide 11 - Diapositive

Hoe noem je de objecten in je game?

Slide 12 - Question ouverte

Karakters
Karakters zijn de personages in je game. 
De Engelse term voor karakter is character. 

Slide 13 - Diapositive

Achtergronden
  • In een spel heb je niet alleen objecten en karakters maar ook achtergronden. 
  • Met achtergronden kun je veel overbrengen. 
  • Het bepaalt voor een groot deel de sfeer en uitstraling van je game. 
  • Bij een achtergrond is het belangrijk dat je in perspectief kunt tekenen. Dat betekent dat je een bepaalde diepte ziet.

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent in perspectief kunnen tekenen?

Slide 15 - Question ouverte