Differentiëren (studiedag Rijssen)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Doel: aan het einde van deze workshop hebben jullie praktische handvatten om morgen te kunnen differentiëren. 

* voorstellen

* wat kunnen jullie verwachten

Differentiëren: wat doe je?

* Bewust, doelgericht aanbrengen van verschillen in 

instructie, leertijd of leerstof binnen een groep  o.b.v. onder andere hun prestaties.

* Vanuit een lesdoel

* Instructie

* Leerstof

* Leertijd

* Instructie, begeleide inoefening, zelfstandig werken

Differentiëren: wat levert het op?

* RUST

* Meer tijd voor leerlingen die het echt nodig hebben

* Je denkt beter na over het lesdoel: focus

* Efficiëntie: optimale aandacht bij hulpvraag

* Niet alleen voor de zwakke leerling

* Leerlingen zijn meer gemotiveerd

* Autonomie bij de leerling

* Leerlingen stellen gericht vragen

* Bevordert intrinsieke motivatie (eigen ervaring)

Wat gaat er aan vooraf en waar kun je tegenaan lopen?

     Voorafgaand:

* Klassenmanagement (o.a. 5 rollen)

* Formatief evalueren+ analyse (programma's) --> 2 of 3 groepen

* Werkvormen

* Organisatie: lokaalopstelling, afspraken: bijv. toiletbezoek, uitgestelde aandacht, stoplicht, timer

 

    Waar loop je tegenaan?

* Loslaten

* Klassenmanagement

* Vraagt andere voorbereiding

* Beginnend docent

Wat doe je zelf al?

Praktijk

2 voorbeelden: lesvoorbereiding + les

Aantekening

Verlengde instructie

Zelfstandig aan de slag

Doel: jullie herkennen de verbanden opsomming, tegenstelling en voorbeeld met bijbehorende signaalwoorden (blz. 68)

Aantekening

* De een kan enorm genieten van een stukje kaas, terwijl de ander ervan gruwelt.

* Dat moet wel, omdat je tong regelmatig beschadigt. 

* Hoewel iedereen met deze smaakvoorkeur begint, ontwikkelt iedereen een eigen smaakvoorkeur. 

* 1e zin inleiding

Onderwerp vaststellen 

Tussenkopje bedenken

Tekstdoelen

Doel: jullie herkennen de verbanden opsomming, tegenstelling en voorbeeld met bijbehorende signaalwoorden (blz. 64)

Verlengde instructie opdr. 2

Zelfstandig aan de slag: opdr. 1,  2, 4

Klaar? Nakijken

Print een tekst van internet en onderstreep de signaalwoorden en benoem de verbanden.

Doel: jullie weten welke tekstsoort bij wel tekstdoel hoort (blz. 48)

Verlengde instructie opdr. 6

Zelfstandig aan de slag: opdr. 2, 3, 5, 6

Klaar? Nakijken

Verder oefenen: Online opdr. 7 (pijltjes) 

Verdieping: Online opdr. 7*, 8* 

Ik wil stoppen met mijn krantenwijk , maar ik heb geld nodig voor een nieuwe scooter.
Signaalwoord?

Ik wil stoppen met mijn krantenwijk , maar ik heb geld nodig voor een nieuwe scooter.
Verband?

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstelling

Filmpje

Wat is je bijgebleven na de voorbereiding en het filmpje?

Formatief evalueren: LessonUp

√​64​​​

bijv. tijdens instructie

bijv. tijdens zelfstandig werken

formules toevoegen

Zelf aan de slag!

Maak nu zelf of samen een les waarin je differentieert: gebruik hiervoor het lesdoel van de vorige workshop.

Aandachtspunten:

* Aantal groepen, welke lln

* Organisatie

* Evt. formatieve evaluatie

* Werkvormen

* Extra materiaal

Tips:

* 'Differentiëren is te leren' Meike Berben en Mirjam van Teeseling 

* Begin klein, makkelijke klas

* Wees 'luchtig' over bijvoorbeeld verlengde instructie

* Differentieer ook in huiswerk

* Denk goed na over de organisatie van je les

Einde

Vragen?

Voldoende handvatten?

Eet smakelijk!