Stoffen 4.3 Veilig werken met stoffen K3 les 3

Stoffen
Veilig werken met stoffen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Stoffen
Veilig werken met stoffen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen: 4.3 Veilig werken met stoffen
  1. Je kunt zeven gevaren beschrijven die stoffen voor mensen kunnen opleveren.
  2. Je kunt de informatie toelichten die je op etiketten en veiligheidskaarten tegenkomt.
  3. Je kunt de betekenis uitleggen van de pictogrammen op etiketten van gevaarlijke stoffen.
  4. Je kunt de regels noemen die gelden als je met gevaarlijke stoffen werkt.
  5. Je kunt uitleggen hoe je voorkomt dat schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.3 Veilig werken met stoffen
Op een fles accuzuur staat de waarschuwing dat de inhoud ‘bijtend’ is. 

Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevaarlijke stoffen
Sommige stoffen zijn licht 
ontvlambaar of explosief.
Andere stoffen zijn giftig. 
Je kunt alleen veilig omgaan met 
stoffen als je de gevaren kent. 
Voordat je met gevaarlijke stoffen
gaat werken moet je daarom 
voorzorgsmaatregelen nemen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevaarlijke stoffen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie op etiketten
Op het etiket staan:
H- en P-zinnen
Een H-zin (hazard)geeft dus aan
voor welk gevaar je moet oppassen.
Een P-zin (pre-caution)geeft aan 
welke voorzorgsmaatregelen je 
moet nemen als je met die stof gaat
werken.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie op etiketten
Op een etiket past niet veel informatie
Daarom wordt er voor elke gevaarlijke 
stof ook een veiligheidskaart gemaakt
Op zo’n kaart kun je lezen wat de 
gevaren zijn en welke veiligheids-
maatregelen je moet nemen. 
Ook staat er op wat je bij een ongeluk 
moet doen.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veilig werken
Werk je met een gevaarlijke stof?                Gebodsborden zijn blauw van kleur.
  • Draag plastic handschoenen
  • Draag een veiligheidsbril
  • Draag een labjas
Gifwijzer

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Milieubewust werken
  • Sommige stoffen die je thuis   gebruikt, horen bij het klein   chemisch afval (kca). 
  • Deze stoffen worden apart van het   overige afval opgehaald en verwerkt. 

  • Op de verpakkingen van deze   stoffen is een speciaal symbool   aangebracht zie hiernaast.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak van paragraaf 4.3 Veilig werken met stoffen
 opdracht 1 t/m 12

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken 

Slide 11 - Diapositive

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Afsluiting: we weten.....
  1. Je kunt zeven gevaren beschrijven die stoffen voor mensen kunnen opleveren.
  2. Je kunt de informatie toelichten die je op etiketten en veiligheidskaarten tegenkomt.
  3. Je kunt de betekenis uitleggen van de pictogrammen op etiketten van gevaarlijke stoffen.
  4. Je kunt de regels noemen die gelden als je met gevaarlijke stoffen werkt.
  5. Je kunt uitleggen hoe je voorkomt dat schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions