3.4 Kruisingen

3.4 Kruisingen

Je kunt een kruisingsschema opstellen.
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.
Je kunt een kruisingsschema opstellen.
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.


1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

3.4 Kruisingen

Je kunt een kruisingsschema opstellen.
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.
Je kunt een kruisingsschema opstellen.
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.


Slide 1 - Diapositive

Het kunnen proeven van een bepaalde stof komt door een dominant gen (A). Het niet kunnen proeven van die stof wordt aangegeven met a.

Welk ouderpaar kan een kind krijgen dat die bepaalde stof niet kan proeven?
A
aa X AA
B
Aa x Aa
C
aa x Aa
D
AA x AA

Slide 2 - Quiz

Bij cavia's is de zwarte vachtkleur dominant (A).
Een witte cavia paart diverse keren met een zwarte.
De cavia's krijgen in totaal 23 zwarte en 21 witte nakomelingen.

Welke genotypen hebben de ouders?
A
Aa X aa
B
Aa x Aa
C
aa x AA
D
aa x aa

Slide 3 - Quiz

Bij parkieten is het gen voor rode veren dominant (A) en het gen voor groene veren recessief.

Een heterozygote rode parkiet wordt gekruist met een groene parkiet.

Hoe groot is de kans dat er een groene parkiet uit het ei komt?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quiz

Bij cavia's is de zwarte vachtkleur dominant (A). Een witte cavia paart diverse keren met een zwarte. De cavia's krijgen in totaal 40 nakomelingen. Alle nakomelingen zijn zwart.

Welke genotypen hebben de ouders?
A
Aa X aa
B
Aa x Aa
C
aa x AA
D
aa x aa

Slide 5 - Quiz

Bij cavia's is de zwarte vachtkleur dominant (A). Een witte cavia paart diverse keren met een zwarte. De cavia's krijgen in totaal 40 nakomelingen. Alle nakomelingen zijn zwart.

Welke genotypen hebben de ouders?
A
Aa X aa
B
Aa x Aa
C
aa x AA
D
aa x aa

Slide 6 - Quiz

Bij parkieten is het gen voor rode veren dominant (A) en het gen voor groene veren recessief.

Twee heterozygote rode parkieten wordt gekruist.

Hoe groot is de kans dat er een groene parkiet uit het ei komt?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 7 - Quiz

Bij Andalusische kippen wordt een zwarte haan gekruist met een witte hen.
Beide dieren zijn homozygoot.
De kuikens zijn allemaal blauw.

Zijn de kuikens homozygoot of heterozygoot?
A
Alle kuikens zijn heterozygoot
B
Alle kuikens zijn homozygoot
C
Er zijn homozygote en heterozygote kuikens

Slide 8 - Quiz

Bij Andalusische kippen wordt een zwarte haan gekruist met een witte hen.
Beide dieren zijn homozygoot.
De kuikens zijn allemaal blauw.

Zijn de kuikens homozygoot of heterozygoot?
A
Alle kuikens zijn heterozygoot
B
Alle kuikens zijn homozygoot
C
Er zijn homozygote en heterozygote kuikens

Slide 9 - Quiz

PKU is een erfelijke stofwisselingsziekte.
PKU-patiënten zijn homozygoot.
De ziekte komt weinig voor.
De kans om van beide ouders een gemuteerd gen te erven, is zeer klein.
Peter is heterozygoot voor het PKU-gen.
Hanna heeft de ziekte niet en is homozygoot.


Hoe groot is de kans dat een kind van Peter en Hanna de ziekte FH krijgt?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 10 - Quiz