Thema 5 Vragen en dictee

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Houden van en verliefd zijn

Thema 5 DISK

De jongen stuurt zijn vriendin een ....
Ze sturen elkaar hartjes 💗 .

1. appje
2. apje
3. appen
4. appt

Waar .... jij aan?
Aan mijn vriendin. Ik zie haar morgen weer.

1. denkt
2. denken
3. denk

Dat meisje .... altijd hele leuke kleren.
(dragen)

Die jongen .... nog niet alleen naar school te gaan.
(durven)

Mijn ouders .... dat ik later een goede baan krijg.
(hopen)

Ik .... veel mensen op school.
Van de meeste mensen weet ik ook hun naam.

1. kent
2. ken
3. kennen
4. kenne

Die meisjes .... altijd tijdens de les.
De juf vindt dat vervelend.

1. lacht
2. lach
3. lachen
4. lache

Wat betekent 'raden'?

1. Een antwoord proberen te gokken
2. Iets leren in de les
3. Iets kopen in de winkel
4. Iets tekenen op papier

Wat is een liefje?

1. Een collega op kantoor.
2. Iemand waar je van houdt.
3. Een oude foto.
4. Een vijand in je leven.

Wat betekent 'invullen'?

1. Een boek lezen in de klas
2. Een film bekijken met vrienden
3. Vakken in een formulier compleet maken
4. Een liedje zingen in de auto

Wie zijn de ouders?

1. De vrienden van mijn vrienden.
2. De buren van mijn huis.
3. De leraars op school.
4. De mensen die kinderen hebben.

Wat is een 'appje'?

1. Een soort video
2. Een kort berichtje via een app
3. Een spel voor kinderen
4. Een type smartphone

Dictee thema verliefd

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Einde