Dag 3 - thema Houden van_B

Disk 2022 Verliefd zijn en houden van roze
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Disk 2022 Verliefd zijn en houden van roze

Slide 1 - Diapositive

het idee
  • een plan
  • een gedachte 
  • het idee - de ideeën
  • zin: Ik heb een goed idee.
  • zin: Mijn idee hier over was niet goed.
13

Slide 2 - Diapositive

de jongen
  • niet volwassen man
  • jonger dan 18
  • de jongen - de jongens
  • zin: Ik ben verliefd op een jongen/meisje.
  • zin: De jongen is grappig.
14

Slide 3 - Diapositive

kennen
  • weten 
  • weten wie of wat
  • werkwoord
  • ik ken - wij kennen
  • zin: Ik ken dat meisje niet.
  • zin: Wij kennen alle woorden van het thema.
15

Slide 4 - Diapositive

lachen
  • vrolijk geluid
  • als iets grappig/leuk is
  • werkwoord
  • ik lach - wij lachen
  • zin: Zij lacht niet altijd om zijn grapjes. 
16

Slide 5 - Diapositive

het liefje
  • de persoon van wie je houdt.
  • de persoon met wie je een relatie hebt.
  • schatje
  • zin: Ik ga met mijn liefje naar de bioscoop.
17

Slide 6 - Diapositive

maar
  • zin: Ik moet naar school, maar ik ben ziek.
  • zin: Ik wil een Iphone kopen, maar ik heb geen geld
  • zin: De zon schijnt, maar het is nog wel koud.
18

Slide 7 - Diapositive

Maak een goede zin.
Wat vind jij een goed idee?
13
timer
1:30

Slide 8 - Question ouverte

Heb jij een ... naar welke film jij wilt gaan?
13
A
dag
B
beurt
C
idee
D
probleem

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
14
A
de jongen en het meisje
B
de jongen en de meisje
C
het jongen en het meisje
D
het jongen en de meisje

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van
'(de) jongen'?
14
A
het jongens
B
de kinderen
C
de jongeren
D
de jongens

Slide 11 - Quiz

Wij ... alle mensen heel goed.
15
A
lachen
B
weten
C
kennen
D
langen

Slide 12 - Quiz

... jij deze mensen?
15
A
Kent
B
Ken
C
Kan
D
ken

Slide 13 - Quiz

16
Waar lach jij om?

Slide 14 - Carte mentale

Leerlingen ... als de juf
Arabisch praat.
16
A
kennen
B
lachen
C
kenen
D
laggen

Slide 15 - Quiz

Mijn broer heeft een nieuw ...
17
A
lievje.
B
vriendinnetje.
C
liefje.
D
vriendinetje.

Slide 16 - Quiz

Ik ga samen met mijn ... romantisch uit eten en daarna naar de bioscoop.
17
A
buurman
B
vrienden
C
zus
D
liefje

Slide 17 - Quiz

Ik heb zin om naar de bioscoop te gaan, ... mijn vriend heeft geen zin.
18
A
want
B
maar
C
omdat
D
als

Slide 18 - Quiz

Maak een zin met het voegwoord 'maar'.
18

Slide 19 - Question ouverte