Koppelingen les 5

Koppelingen les 5
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
KoppelingenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Koppelingen les 5

Slide 1 - Diapositive

Wat is de functie van de koppeling?
A
het verbreken van motor en versnellingsbak
B
Het verbinden van motor en versnellingsbak
C
Het verbinden en verbreken van motor en versnellingsbak

Slide 2 - Quiz

Wat is het nadeel van een drukgroep met schroefveren?
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
meer slijtage delen dan een diafragma koppelingen
B
vereist een hoge bedieningskracht
C
lagere kracht overbrenging
D
Er is geen vrijeslag mogelijk voor het koppelingspedaal.

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN eis die gesteld wordt aan een koppelingsplaat.
A
Slijtvast
B
hittebestending
C
geschikt voor lage toeren tallen
D
hoog wrijvingscoëfficiënt

Slide 4 - Quiz

Wat is het voordeel van een drukgroep met diafragma veren.
A
hogere bedieningskracht
B
minder slijtage
C
hoger wrijvingscoëfficiënt
D
lagere bedieningskracht

Slide 5 - Quiz

Hoe verkrijgen we een koppeling die soepel aangrijpt.
A
door de gaatjes in de klinknagels van de voering.
B
met de veren in de koppelingsplaat.
C
voering met een laag wrijvingscoëfficiënt
D
verende segmenten tussen de voering.

Slide 6 - Quiz

Je voert een sliptest uit. zet je de machine in een hoge of lage versnelling?
A
Hoge versnelling.
B
Lage versnelling.

Slide 7 - Quiz

Met welk nummer wordt het toplager aangegeven?

Slide 8 - Diapositive

met welk nummer wordt het toplager aangegeven in de vorige slide?

Slide 9 - Question ouverte

Met welk nummer worden de drukvingers aangegeven.

Slide 10 - Diapositive

Met welk nummer worden de drukvingers aangegeven.

Slide 11 - Question ouverte

Een dubbele onafhankelijke koppeling heeft:
A
3 drukvingers
B
1 drukvinger
C
6 drukvingers
D
diafragmaveren

Slide 12 - Quiz

Als je een koppeling reparatie hebt uitgevoerd vervang je ook altijd:
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
de druklagers
B
het toplager
C
de prise-as keerring
D
het vliegwiel

Slide 13 - Quiz

Waarom moet het koppelingspedaal vrijeslag hebben?
A
Anders zit de koppeling te hoog.
B
Anders komt de koppeling niet vrij.
C
Anders blijft het druklager altijd mee draaien.
D
om vliegwielschade te voorkomen.

Slide 14 - Quiz

Waarom word een sinterbrons koppeling toegepast?
A
Slijtvast.
B
Voor het soepel aangrijpen.
C
Lager wrijvingscoëfficiënt.
D
Om vliegwiel schade te voorkomen.

Slide 15 - Quiz

Reken opdrachten

Slide 16 - Diapositive

Wat is het gevolg van een toenemende klemkracht. (Fn)
A
Het veranderen van de klemkracht heeft geen direct gevolg.
B
De wrijvingscoëfficiënt neemt toe.
C
De maximaal overdraagbare kracht neemt toe.
D
De wrijvingscoëfficiënt neemt af.

Slide 17 - Quiz

Wat neemt er toe wanneer het aantal lamellen toe neemt?
A
De wrijvingscoëfficiënt
B
De binnen diameter van de lamellen.
C
De buiten diameter van de lamellen
D
Het totale aantal wrijvingsoppervlakken.

Slide 18 - Quiz

wat is het gevolg van een lagere wrijvingscoëfficiënt?
A
De maximaal overdraagbare kracht neemt af.
B
Dit heeft geen directe gevolgen.
C
De maximaal overdraagbare kracht neemt toe.

Slide 19 - Quiz

De bedieningsdruk bedraagt:
350kPa. hoeveel N/cm2
A
350N/cm2
B
35N/cm2
C
3.5N/cm2
D
35bar.

Slide 20 - Quiz

Hoe groot is het oppervlakte van de bedieningszuiger (A1) in cm2?
D1 is 18cm 
D2 is 13cm

Slide 21 - Diapositive

Het oppervlakte uit de vorige opdracht is?
A
254,34
B
121,68
C
132,66
D
78,53

Slide 22 - Quiz

Wat geeft letter Z aan in de volgende formule.
Mkopp. = Fn x f x Rgem x z
A
De klemkracht.
B
Het wrijvingscoëfficiënt.
C
De gemiddelde diameter van de plaat.
D
Het aantal wrijvingsvlakken.

Slide 23 - Quiz

Hoeveel Nm kan deze koppeling overbrengen.
Stuurdruk 3,5 bar

Buitendiameter bedieningszuiger : 140mm
Binnendiameter bedieningszuiger: 110mm

Buitendiameter lamel :140mm
Binnendiameter lamel:110mm

Wrijvingscoëfficiënt: 0,05

Aantal lamellen: 8

Slide 24 - Diapositive

wat is het koppel wat de koppeling over kan brengen uit de vorige slide?
A
453
B
254
C
1070
D
103

Slide 25 - Quiz

Welke vraag is je bij gebleven of waar wil je meer over weten?

Slide 26 - Question ouverte

Dankjewel voor je aandacht.

Slide 27 - Diapositive