Argumenten

Schrijven

Vorige les: Wat hebben we geleerd? 

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijven

Vorige les: Wat hebben we geleerd? 

Slide 1 - Diapositive

Argumenten
Lesdoelen: 
  • Aan het einde van deze les weet ik het verschil tussen een feit en mening.
  • Aan het einde van deze les kan ik feiten en meningen herkennen.
  • Aan het einde van deze les kan ik argumenten opschrijven. 

Slide 2 - Diapositive

 argumenten
De schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is.

Dit doet hij met een argument.
argument= de reden waarom je iets vindt. Hoe beter je argument hoe eerder iemand het met je eens is.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een argument?
Als iemand zijn mening wil verdedigen, legt hij uit waarom hij iets vindt. Dit noem je een argument.

Veel gebruikte signaalwoorden bij argumenten zijn: 
want
omdat
daarom
namelijk

Slide 4 - Diapositive

Feit of mening?

Slide 5 - Diapositive

Als je vertelt wat je van iets vindt. Dan is dat een feit of mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quiz

"levensgevaarlijk dus!"
Feit of mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quiz

Feit of mening?:
Zaandam is saai.
A
Feit
B
Mening.

Slide 8 - Quiz

Feit of mening?
'Dit is een zin.'
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

''Het eten in de kantine van het Regio College is niet lekker.'' Is dit een feit of mening?
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?

Slide 12 - Diapositive

FEIT: De kantine...

Slide 13 - Carte mentale

MENING: Ik vind...

Slide 14 - Carte mentale

ARGUMENT: Omdat/want/namelijk/daarom...

Slide 15 - Carte mentale

Feit

Slide 16 - Carte mentale

MENING

Slide 17 - Carte mentale

Argument

Slide 18 - Carte mentale

Opdrachten
bladzijde 17 en 18

Slide 19 - Diapositive


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage