Betoog schrijven

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen betoog schrijven


- Je kent het doel van het betoog.


- Je weet wat een  argument is en kunt deze gebruiken in een betoog


- Je weet  je  mening te onderbouwen in een betoog


Slide 2 - Diapositive

Examen Schrijven
Je moet verschillende tekstsoorten kunnen schrijven:
Betoog
Zakelijke brief
E-mail
Artikel
Verslag
Weblog

Slide 3 - Diapositive

Examen Schrijven
Beoordeling:
Samenhang
Schrijfdoel
Publiek
Woordenschat
Spelling, grammatica en interpunctie
Leesbaarheid

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Verschil tussen:
Overtuigen = je wilt dat de lezer jouw mening overneemt!

Overhalen/ activeren = je wilt dat de lezer iets gaat doen/ in actie komt

Slide 7 - Diapositive

Argument
Bij een mening geef je een argument.

Een argument is uitleg en ondersteuning bij jouw mening.
Een mening zonder argument is niets waard.

Een argument begint vaak met  'want' of "omdat". 
Bijvoorbeeld: "Ik ben tegen roken omdat het ongezond is".

Slide 8 - Diapositive

Wat is een argument?
Als iemand zijn mening wil verdedigen, legt hij uit waarom hij iets vindt. Dit noem je een argument.

Veel gebruikte signaalwoorden bij argumenten zijn: 
want
omdat
daarom
namelijk

Slide 9 - Diapositive

Inleiding
- onderwerp introduceren
- aandacht lezer trekken
- benoemen stelling en standpunt
Kernalinea 1
Argument 1 uitwerken 
'ten eerste', 'allereerst' 
Kernalinea 2
Argument 2 uitwerken
'ten tweede', 'daarnaast', 'bovendien'
Kernalinea 3
Tegenargument uitwerken en direct weerleggen door goede ontkrachting
Slot
Conclusie geven
'dus', 'kortom'
Opbouw betoog

Slide 10 - Diapositive

Opdracht betoog

Je kan kiezen uit 2 onderwerpen:

1. Overheid moet fastfood duurder maken.
                                 of
2. Het OV moet gratis worden. 

Slide 11 - Diapositive