8.1 De industriele revolutie

Par. 8.1. 

INDUSTRIËLE REVOLUTIE

Lesdoelen:

- Herkennen oorzaken IR

- Gevolgen IR (korte & lange termijn)

- Gevolgen IR sociaal/economisch/politiek




1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Par. 8.1. 

INDUSTRIËLE REVOLUTIE

Lesdoelen:

- Herkennen oorzaken IR

- Gevolgen IR (korte & lange termijn)

- Gevolgen IR sociaal/economisch/politiek




Slide 1 - Diapositive

Stelling: Een Romein herkent de wereld van begin 18e eeuw wel, maar aan het einde van de 18e eeuw niet meer

Slide 2 - Question ouverte

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 8 - Diapositive

8.1.INDUSTRIËLE REVOLUTIE
KA = De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving

De IR ontstaat in Groot-Brittannië rond 1750. Nijverheid bij boeren thuis of in kleine werkplaatsen maakt plaats voor fabrieksarbeid.  Mechanisatie v. productie. 
In 19e eeuw begint de IR in rest West-Europa (Nld. vanaf 1850)

Slide 9 - Diapositive

Voorwaarden ontstaan
  • Verlichting --> Uitvindingen & onderzoek
  • Er zijn veel koopman-ondernemers die willen investeren
  • Er is voldoende kapitaal aanwezig
  • Een agrarische revolutie zorgt voor meer voedsel.
  • De bevolking groeit (aanbod van personeel)

Slide 10 - Diapositive

IR heeft grote invloed op:
  • de landbouw: machines zorgen voor een agrarische revolutie. Meer voedsel, minder boeren, meer arbeiders.
  • het transport door stoommachines
  • er ontstaat een grote behoefte aan grondstoffen en afzetgebied. Dit leidt tot moderne imperialisme (par. 8.5.)

Slide 11 - Diapositive

Demografische revolutie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

In hoeverre was industriële revolutie een revolutie te noemen in de eigenlijke betekenis van het woord? Hoe kun je de ontwikkeling beter noemen?

Slide 14 - Question ouverte

Luddisme
In 1811 en 1812 een golf van geweld. Zogenaamde machinebrekers (ambachtslieden en kleine boeren) vernielden machines en bedreigden fabrikanten omdat ze zich in hun bestaan bedreigd voelden o.l.v. mythische aanvoerder General Ludd. (In de kiem gesmoord toen het Lagerhuis in 1812 de doodstraf stelde op geweld)  

Slide 15 - Diapositive

Wat zegt het 'Luddisme' over het verschijnsel 'vooruitgang'?

Slide 16 - Question ouverte

Leg uit waarom de agrarische revolutie en de transportrevolutie voorwaarden waren voor de industriële revolutie

Slide 17 - Question ouverte

Lees de bron. Leg uit dat James Watt een voorbeeld is van het kenmerkend aspect van deze paragraaf

Slide 18 - Question ouverte

Bedenk een verband tussen de verlichting en de industriële revolutie

Slide 19 - Question ouverte