Diabetes mellitus deel a

Diabetes mellitus
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Diabetes mellitus

Slide 1 - Diapositive

Les van vandaag
Quiz diabetes mellitus

Opdracht verschillen DM type I en type II 
Uitleg soorten insuline
 Verpleegkundige alarmsymptomen

Slide 2 - Diapositive

Quiz

Slide 3 - Diapositive

Welk van onderstaande is een hormoon?
A
Glucagon
B
Glycogeen
C
Glucose
D
Gluconeogenese

Slide 4 - Quiz

Welk bloedonderzoek wordt verricht wanneer je wil weten hoe het gemiddelde glucose van de afgelopen 8-12 weken was?
A
Nuchter glucose
B
HbA1c
C
Een glucose dagcurve
D
Dit kun je niet meten

Slide 5 - Quiz

Hoe zou je een hypoglykemie kunnen behandelen?
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Hoe kan glycogeen worden omgezet in glucose?
A
Door de afgifte van glucagon
B
Door de afgifte van insuline

Slide 7 - Quiz

Welk hormoon zal worden afgegeven door de pancreas na een periode van vasten?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glucose
D
Glycogeen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent diabetes de novo?
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Wat voor soort aandoening is diabetes mellitus?
A
Een stofwisselingsziekte
B
Een infectie
C
Het gevolg van te weinig bewegen
D
Een leveraandoening

Slide 10 - Quiz

Wat is de verdeling (percentage) tussen type 1 en type 2 diabetes in Nederland?
Type 1: %
Type 2: %
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Bij welke situatie kan er sprake zijn van een Kussmaul ademhaling?
A
Bij een ketoacidose
B
Bij een hypoglycemie
C
Bij een hyperglycemie
D
In de stervensfase

Slide 12 - Quiz

Wat is de reden dat iemand met een hyperglykemie vaak moet plassen?
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Verschillen tussen DM type 1 en DM type 2

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
In tweetallen
Tijd: 30 minuten
Daarna nabespreken!

Slide 15 - Diapositive

Ontstaat meestal op jonge leeftijd 
Kan worden behandeld met tabletten
Er wordt geen insuline meer geproduceerd
Kan soms worden verdwijnen door een andere leefstijl
Moet worden behandeld met insuline toedienen
Kan leiden tot vaatschade en zenuwschade

Slide 16 - Question de remorquage

Diagnose stellen
  • Anamnese:
  • Uitvragen welke symptomen de patiënt heeft. Past dit bij  een nieuw ontstane diabetes mellitus?
  • Medische voorgeschiedenis en familieanamnese 

Slide 17 - Diapositive

Hypoglycemie en hyperglycemie

Slide 18 - Diapositive

Diagnose stellen
  • Lichamelijk onderzoek
  • Aanvullend onderzoek

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hyperglykemie
Veel plassen: polymictie
Veel drinken: polydipsie

Slide 21 - Diapositive

Diabetische ketoacidose
-Zeer ernstige situatie
-Torenhoge glucosewaarde in het bloed
-Uitdroging als gevolg van veel plassen
-Acetongeur als gevolg van de vorming van ketonlichamen

-Kan bij iemand ontstaan die nog geen diagnose DM heeft




Slide 22 - Diapositive

Lesopdracht
Opdracht: Complicaties van diabetes mellitus

Breakoutrooms 3 groepen
20 minuten


Slide 23 - Diapositive

Alarmsymptomen

Slide 24 - Diapositive

Koorts of ondertemperatuur
Algehele malaise
Verminderd bewustzijn
Gedragsveranderingen
Neurologische uitvalsverschijnselen
Insulten
Lage tensie
Hoge polsfrequentie
Aanwijzingen voor infectie
Kussmaul ademhaling
Acetongeur 
Tekenen van dehydratie
Urine retentie
Buikpijn
Tremoren
Transpireren
Warme, droge huid

Slide 25 - Diapositive

Insuline

Slide 26 - Diapositive

Insuline
Parenterale (buiten maagdarmstelsel om) toediening

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Ultrakort werkende
Superkort werkende insuline (kortwerkende insulineanaloga) die direct vóór de maaltijd of soms meteen erna wordt gebruikt (aspart, glulisine en lispro). 

Deze insuline werkt vier tot vijf uur.

Slide 29 - Diapositive

Kort werkende
Kort werkende insuline (gewone, zogenoemde ‘regular’ insuline) die een halfuur tot kwartier vóór de maaltijd wordt gebruikt (actrapid, humuline, insuman rapid). 

Deze insuline werkt zes tot acht uur.

Slide 30 - Diapositive

Middellang werkende
Middellang werkende insuline (matig langzaam opgenomen) die bijvoorbeeld ’s avonds wordt gebruikt (NPH-insuline). 

Deze insuline heeft het maximale effect pas na 4-8 uur en werkt daarna nog een paar uur door.

Slide 31 - Diapositive

Langwerkende insuline
Langwerkende insuline (zeer langzaam opgenomen insuline) die heel geleidelijk werkt voor ongeveer een dag (insuline glargine en detemir).

Slide 32 - Diapositive

Mix-insulines

Mix-insulines zijn combinaties van de andere insulinesoorten. 

Ze worden meestal twee keer per dag gebruikt, vóór het ontbijt en vóór de avondmaaltijd (bijvoorbeeld humuline NPH, lispro/lispro protamine, aspart/aspart protamine).

Slide 33 - Diapositive